Supercomputerfabrikant Tera Computer zegt dat zijn systemen de enige beschikbare opvolging zijn voor de huidige wetenschappelijke vector-machines van leverancier Cray.
Tera meent dat Cray-moeder Silicon Graphics (SGI) zijn handen aftrekt van traditionele vector-technologieën om die te vervangen door zijn Origin-servers. "Toekomstige Cray-systemen zijn daardoor niet geschikt voor de echt zware rekenproblemen", aldus Tera.
"Voor de meest complexe en dynamische rekenkundige taken was de traditionele Cray vector-supercomputerarchitectuur duidelijk beter dan systemen met massief-parallel geschakelde goedkope processoren", sneert Tera-president Jim Rottsolk. "De vraag die de meeste gebruikers nu stellen is: ‘Wat komt er na de SGI/Cray T90?’" Rottsolk beweert met zijn Unix-systemen op basis van mta (multi-threaded architecture) het antwoord op die vraag te hebben. Eén mta-processor kan maximaal 128 instructiereeksen afhandelen zonder dat de code aangepast hoeft te worden aan de machine. Bestaande applicaties zouden met minimale herprogrammering over te zetten zijn, aldus Rottsolk.
De fabrikant, die in 1987 is opgericht, leverde eerder dit jaar zijn eerste supercomputer aan het San Diego Supercomputer-centrum. Die machine bevat slechts twee processoren, maar onderzoekers van het centrum zeggen dat hij met sommige applicaties al betere resultaten haalt dan de Cray T90. Tera zegt eind dit jaar een machine met acht processoren te leveren en binnen twee jaar naar 32 tot 128 processoren te gaan.