Internet zou een zegen kunnen zijn voor de ‘Derde Wereld’, maar in de praktijk maakt het de armoede alleen maar groter. Als gevolg van Internet dreigen de minder ontwikkelde landen verder achterop te raken, concludeert de Wereldbank in het World Development Report.
In de rijkere landen zorgt Internet voor een grotere spreiding van kennis. Landen met een bevolking die het overwegend zonder Internet-aansluitingen moet doen, zien daardoor hun achterstand op het Westen toenemen. Ze kunnen niet profiteren van de kennisexplosie die voortvloeit uit de betere toegang tot onderwijs en technologie via Internet.
Het rapport signaleert ook binnen landen een alsmaar toenemende kloof. Typerend is de situatie in India. Dit land kent een hausse in kabeltelevisie, telefonie en Internet, terwijl het grootste deel van de bevolking moet creperen. Bijna nergens zijn de verschillen zo groot. Een klein dorpje in Noord-India bezit al een telefooncel waar het publiek video-email berichten kan versturen en ontvangen. Analfabete vrouwen die nog nooit eerder een computer hebben gezien, kunnen een video-boodschap van hun ver weg werkzame echtgenoten ontvangen.
Wereldbank-president James Wolfensohn schrijft in het voorwoord van het rapport dat zelfs het meest geïsoleerde dorp nu de mogelijkheid heeft een enorme schat aan kennis af te tappen. De toegang tot deze kennisbron is echter steeds ongelijker verdeeld. In principe valt dankzij Internet overal ter wereld kennis te vergaren, maar dan moeten er wel aansluitingen bestaan op het wereldwijde web. Volgens de Wereldbank is de belofte van het nieuwe informatietijdperk, waarin iedereen kennis kan verkrijgen, voor de arme mensen even ver verwijderd als een ster aan de hemel.