Desktop-videosystemen zijn voor de meeste kantoren nog niet geschikt. De voordelen wegen niet op tegen de hoge kosten. Ondanks alle commotie over videovergaderen zijn er weinig toepassingen in de praktijk. Dit bleek tijdens een nationaal forum van OTR Group in Den Haag.
Tim Midwinter, manager multimedia networks van British Telecom’s Laboratories, spreekt zeer kritisch over ‘videoconferencing’. Hoewel Midwinter al veertien jaar bezig is op dit gebied, tempert hij de verwachtingen. Ook de komende vijf jaar zal deze techniek niet doorbreken. Hij is te duur en technisch ingewikkeld, en levert bovendien in de praktijk niet veel op. Volgens Midwinter tonen studies en experimenten aan dat er geen duidelijk bewijs is dat veel zakelijke bijeenkomsten beter verlopen door met video-ondersteuning.
Het algemene technische probleem is dat videostromen enorm veel bandbreedte vergen. Ze moeten de absolute prioriteit krijgen. Geluid komt op de tweede plaats, waardoor onaanvaardbare vertragingen ontstaan. Het ondersteunen van simpele telefoontjes met data kan wel zin hebben. ‘Dataconferencing’, waarbij de beeldschermen dezelfde informatie tonen, is echter in het algemeen nog te moeilijk te gebruiken.
Over spraakherkenning waren optimistische geluiden te horen. Sinds verleden jaar komt automatisch dicteren sterk op. Deze ontwikkeling is ingeleid door de komst van systemen voor spraakherkenning waarbij geen pauzes meer nodig zijn tussen het oplezen van woorden. Behalve software zijn een goede geluidskaart en microfoon, en een krachtige PC nodig.
Veel mensen denken dat spraakherkenning direct werkt, en onderschatten de tijd die een goed resultaat kost. Pas na lang oefenen gaat de software een stem een beetje herkennen. Moeilijk te verhelpen is de overlast die gebruikers van spraakherkenning in open kantoorruimtes kunnen veroorzaken.