De Europese regeringsleiders erkennen het belang van Internet, is de hoofdconclusie van de top vorige week in Lissabon. De politici stelden verder een vrijblijvende agenda op voor de komende jaren. Sylvia Roelofs, directeur van de Nederlandse branche-organisaties, is positief over de resultaten.
De interesse van Europa voor Internet is grotendeels te verklaren uit de mogelijkheden die dit medium biedt om de werkloosheid aan te pakken. De ontwikkeling van elektronische handel kan veel banen opleveren – en de Europese Unie (EU) wil volledige werkgelegenheid creëren.
De EU moet uitgroeien tot de concurrerendste en dynamischte kenniseconomie ter wereld. Europa loopt nu achter op de VS, zeker bij de ontwikkeling van IT-markten. Om de lidstaten op het juiste spoor te brengen, stelden de regeringsleiders vast dat de Europese Commissie in juni het alomvattende actieplane-Europe moet presenteren. Dit plan, gebaseerd op een bestaand gelijknamig initiatief moet de koers voor de EU aangeven.
Tevens moet een klimaat ontstaan waarin e-handel opbloeit. De ontwerpwetgeving op dit gebied moet snel worden aangenomen. Om ervoor te zorgen dat iedere burger thuis raakt op de e-snelweg, moeten de lidstaten alle scholen in 2001 op Internet aansluiten en de docenten bijscholen. Ook is een breedbandig netwerk tussen de landen nodig en moet de concurrentie op de lokale toegangsnetten voor eind 2000 een feit zijn.
Sylvia Roelofs, voorzitter van Fenit en Vereniging ICT Nederland, zegt dat de resultaten van de top aangeven dat de Europese leiders zich bewust zijn van het belang van IT. "De geformuleerde doelstellingen zijn toch niet de minste. Wij zijn met name blij met het streven om alle scholen snel op Internet aan te sluiten en de leraren te scholen. Dat was in onze ogen een belangrijk knelpunt."
Wel had ze graag gezien dat de EU ook de innovatie in andere sectoren dan de IT stimuleert. "Ik had wat meer aandacht gewild voor onderzoek en ontwikkeling bij de IT-gebruikers. Als zij niet innovatief zijn, kan de IT-branche dit ook niet zijn. Dit aspect komt onvoldoende naar voren", stelt Roelofs.