Staatssecretaris Adelmund van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen wil het nieuwe vak informatiekunde in de basisvorming van het voortgezet onderwijs (VO) afschaffen. Aanleiding daarvoor vormen onder meer de rapporten van 1999 van de onderwijsinspectie.
Volgens het inspectie-onderzoek levert informatiekunde in de eerste en tweede klas van het VO in de huidige vorm nauwelijks meerwaarde op. Vaak is slechts sprake van een cursus knoppenkunde. Dat is voor veel leerlingen uit de basisschool inmiddels overbodig. Verder is voor het onderwijzen van informatiekunde geen speciale onderwijsbevoegdheid nodig. Veel leerlingen blijken meer kennis en ervaring te hebben met IT dan de leerkracht.
Met de voorstellen die Adelmund rond de paasdagen in de kamer wil brengen, dreigt informatiekunde te verdwijnen zonder dat een redelijk alternatief voor handen is, zo vreest men in onderwijskringen. Informatiekunde kwam in 1994 met twintig uur op de adviestabel, terwijl er kerndoelen geformuleerd waren voor zo’n tachtig uur. De meeste scholen geven het vak nu veertig uur. De overige informatiekunde-kerndoelen moeten binnen de andere vakken worden gerealiseerd, maar daar komt weinig of niets van terecht.
Het programma voor de basisvorming is te overladen, meent onderwijsinspectie. Staatssecretaris Adelmund stelt twee maatregelen voor, die ten koste gaan van informatiekunde: breng het aantal lesuren voor elke leerling terug van 32 naar dertig uur, en cluster de vakken. In het voorstel voor het schooljaar 2001-2002 is informatiekunde niet verplicht. De kerndoelen ervan moeten binnen andere vakken worden gerealiseerd.
De vereniging voor docenten informatiekunde en informatica (I&I) is daar niet gelukkig mee, en organiseert op 27 maart aanstaande in het Utrechtse congrescentrum Vredenburg een informatieavond rond dit onderwerp.