De krapte op de arbeidsmarkt in Nederland geldt vooral technisch en IT-personeel, zo meldt het ministerie van EZ in de Concurrentietoets 2000. Desondanks vertaalt zich dit niet in erg hoge lonen; Nederland neemt op dat vlak een middenpositie in.
Diverse onderzoeken laten zien dat de IT’er meer let op secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden; hij wil liever inhoudelijk leuk werk, kortere reistijden en een prettige werkomgeving dan nog meer loon.
In de Concurrentietoets relateert het CPB (Centraal Plan Bureau) Nederlandse economische kerncijfers aan die van vergelijkbare landen om te beoordelen de economie ervoor staat. Nederland heeft het de afgelopen jaren economisch goed gedaan, maar er zijn nog enkele knelpunten. Eén daarvan is gebrek aan computeronderwijs. In zowel het secundair als het primair onderwijs zijn relatief weinig computers beschikbaar voor de leerlingen. "De investeringen in Onderwijs on Line beogen de achterstand weg te werken", aldus EZ.
Het aantal geregistreerde werklozen in Nederland lag in september/november 1999 op 206 duizend; 3 procent van de beroepsbevolking. Sinds 1980 is de werkloosheid niet zo laag geweest. Sinds de jaren zestig transformeert Nederland van een goederen- naar een diensteneconomie. Bijna driekwart van alle mensen werkt tegenwoordig in de dienstverlening. Vooral de zakelijke dienstverlening is de laatste vijf jaar gegroeid.
Lage werkloosheid, weinig afgestudeerde technici en een economie die drijft op zakelijke dienstverlening, die weer afhankelijk is van IT. Volgens het CBS heeft de computerbranche momenteel de meeste vacatures openstaan (87 per duizend banen). In 1990 stond de agrarische sector nog bovenaan. IT-branche-organisatie Fenit verwacht dat het tekort alleen maar toeneemt, de komende vijf jaren tot achttienduizend IT’ers per jaar. Bovendien denkt Fenit dat ook daarna de krapte aanhoudt.
Zowel absoluut als gerelateerd aan het aantal banen ligt het totaal aantal vacatures nu hoger dan in de vorige topperiode, 1990. Het aantal geregistreerde werklozen ligt echter nu lager dan toen (tweehonderdduizend tegenover ruim 350 duizend). Verder zijn de loonstijgingen niet zo hoog als toen. Dat duidt op een beter functionerende arbeidsmarkt.
De angst voor loongolven door personeelstekort en eventueel een renteverhoging lijkt niet gerechtvaardigd. De loonstijgingen in de IT-sector vlakken juist af, zo blijkt uit het beloningsonderzoek van De Breed & Partners. Dat neemt niet weg dat de hoogten van de salarissen in de IT-sector beduidend hoger liggen dan in andere beroepsgroepen.