Tieners zijn steeds vaker op Internet. Toch kopen ze nauwelijks iets online, terwijl ze aangeven wel te willen. Dat blijkt uit een onderzoek van PricewaterhouseCoopers in de Verenigde Staten.
De onderzoekers zien tieners als een gat in de markt. Een kwart van deze groep zit gemiddeld een uur op Internet. Een minderheid (31 procent) van de tieners met de beschikking over een verbinding hebben daadwerkelijk ooit iets gekocht op Internet. Een kwart van dit aantal heeft in online winkels rondgekeken zonder iets te kopen. Een klein deel van de jongeren (2 procent) geeft aan dat winkelen de voornaamste reden is voor het surfen.
Uit het onderzoek kwam geldgebrek als voornaamste reden naar voren voor de tegenvallende verkoop. De meeste tieners beschikken niet over voldoende geld om te shoppen, omdat ze financieel afhankelijk zijn van hun ouders. De kleine groep die wel iets koopt, gebruikt overigens voor het overgrote deel (78 procent) de creditcard van hun ouders als betaalmiddel. Niet iedereen wil zover gaan. De onderzoekers concluderen dan ook dat Internet-winkels meer mogelijkheden op betaalgebied moeten onderzoeken. Zo zou een nieuw betaalmiddel als een digitale portemonnee, die vooraf door de ouders met zakgeld is gevuld, geldgebrek als bezwaar weg kunnen halen.
Andere redenen voor het weinig online aanschaffen van artikelen door tieners zijn het bezwaar dat voorwerpen digitaal niet aangeraakt of gepast kunnen worden. Ook geven jongeren aantasting van privacy als reden op. Ook maken jongeren veel gebruik van email en nieuwsbrieven en zien op deze manier weinig van de winkels op Internet.