Computerfabrikant Compaq komt morgen uit met de Wildfire GS320, een server met 32 processoren. Het bedrijf is al jaren bezig om naam te veroveren op het gebied van zeer zware servers.
In april 1998 bracht een op de Alpha-processor gebaseerd Linux-cluster uit onder de codenaam Avalon, gewoon om te laten zien dat het in staat was om eenstate-of-the-art server te bouwen met standaardonderdelen en Alpha-processoren. Hoewel het volgens nieuwsdienst Computergram nog niet helemaal duidelijk is wat Compaq morgen zal aankondigen, gaat het waarschijnlijk om een server voorzien van vier Alpha-moederborden, die gebruik maken van 729 MHz Alpha 21264 EV67 processoren.
De Wildfire kan vier tot acht van deze moederborden bevatten, waarmee de servers kunnen bestaan uit acht tot 32 processoren. Compaq doet met deze architectuur een aanval op het marktaandeel van de RS/6000- en de AS/400 Condor-servers van IBM, de V2600 van HP en de UE10000 Starfire van Sun. Dergelijke servers uitgerust voor online transactieverwerking vinden aftrek bij de e-commercie, telecombedrijven, banken en andere sectoren die krachtige servers nodig hebben.
De Wildfire valt op door de rekenkracht van de individuele processoren. In een clustering van maximaal 32 servers, ondersteund door Compaqs Trucluster-software, kunnen 1024 processoren samen rekenopdrachten verwerken.
De Wildfire-servers krijgen drie uitvoeringen. De GS80 heeft acht processoren aan boord, de GS160 zestien en de GS320 32. De servers zijn uitbreidbaar, hetgeen bij het product van concurrent Sun niet het geval is. Online-nieuwsdienst The Register schat dat de lichtste variant met een minimale configuratie honderdduizend dollar kost, terwijl de zwaardere uitvoeringen GS160 en GS320 voor respectievelijk 250 duizend en zeshonderdduizend dollar te koop zijn.