De grote beurzen in Azië zijn vanmorgen verdeeld gesloten. De Japanse Nikkei-index had nog te lijden onder het gisteren verschenen Tankan-rapport.
De Nikkei sloot 0,2 procent lager op 17.435,95 punten. Grootste daler was Internet-investeerder Softbank, die 9,9 procent daalde na het nieuws, dat het wellicht een aandeel van 49 procent neemt in Nippon Credit Bank. Analisten vinden dit een slechte beslissing voor een participatiemaatschappij.
Verder kwam NTT Telecom onder druk te staan en verloor 1,3 procent, doordat nieuwe Japanse telecomwetgeving zou kunnen leiden tot een gedwongen splitsing van het staatsbedrijf. Dochter NTT Data zakte 3,4 procent en de tweede grootste telecomoperator van Japan DDI gaf 2,8 procent weg.
Onder de stijgers bevonden zich Sony dat 1,3 procent aandikte, en NEC dat 2 procent duurder werd na het bericht, dat het in de komende drie jaar 5,7 miljard dollar gaat investeren in fusies en overnames.
In Hongkong steeg de Hangseng-index juist met 1,4 procent tot 16.461,98 punten. Uitschieter was Hutchinson Whampoa, dat 3,4 procent duurder werd, omdat het samen met KPN Mobile en NTT Docomo mobiele diensten gaat aanbieden in Europa. China Mobile klom 1,5 procent en rivaal China Unicom won 3,8 procent.
In Singapore steeg de Straits Times-index met 0,5 procent tot 2081,77 punten, aangevoerd door elektronicafondsen Omni Industries, JIT en Natsteel Electronics. In het Australische Sydney steeg de S&P/ASX200-index met 0,3 procent naar 3320,06 punten met technologie- en telecomfondsen in de plus.
Frits Njio