Door gunstige inflatiecijfers heeft de Nasdaq terrein moeten prijsgeven aan de ‘blue chips’ op Wall Street. Uit de index van de consumentenprijzen blijkt dat de inflatie in de Verenigde Staten minder snel toeneemt dan was verwacht.
Dat heeft weer een positief effect op de rente-ontwikkeling. Beleggers kozen daardoor in toenemende mate voor financiële en cyclische waarden.
Tegenover de stijgende Dow Jones-index stond een dalende Nasdaq. De schermenbeurs leverde 1,39 procent in en sloot op 3797,58 punten. Onder de grootste verliezers bevond zich Hewlett-Packard, dat vijf punten inleverde en sloot op 114. IBM leverde ruim 3,5 dollar in en sloot op 115,80 dollar. Ook Oracle, Apple en Intel moesten terrein prijsgeven. De laatste verloor ruim vijf dollar en sloot op 126,50.
Positief nieuws was er voor Microsoft, dat zijn koers met 2,70 dollar zag toenemen naar 70,50 dollar. Het Amerikaanse Hof van Beroep besloot het verweer van het softwareconcern in de antitrust-zaak aan te horen, waardoor het proces jaren vertraging zal oplopen. Beleggers interpreteerden dit als een overwinning voor Microsoft. Ook goed nieuws was er voor Seagram, dat onder meer eigenaar is van de Amerikaanse filmstudio Universal. Het aandeel steeg met 13 procent naar 60,10 dollar, nadat bekend was geworden dat het Franse nuts- en telecombedrijf Vivendi samen met mediaconcern Canal Plus een bod wil uitbrengen op de Canadese onderneming. De combinatie zou de Europese evenknie moeten worden van het Amerikaanse AOL-Time Warner, dat eveneens uit een megafusie is ontstaan.