Philips overweegt dochterbedrijf Origin naar de beurs te brengen. "We bekijken een aantal strategische opties", zo maakte Philips vanmorgen bekend in de toelichting op de jaarcijfers. Eén van die mogelijkheden is Origin zelfstandig naar de beurs te brengen, aldus de toelichting.
De herstructurering van Origin is in de ogen van de Philips-top dusdanig succesvol geweest, dat de automatiseringsdochter meer vrijheid krijgt. Die vrijheid zou met name vruchten moeten afwerpen bij de pogingen om de mogelijkheden in de elektronische handel te gelde te maken. Origin boekte het afgelopen jaar een winst van 97 miljoen euro over een omzet van 1,1 miljard. In 1998 leverde eenzelfde omzet aan het eind van het jaar een plus op van 59 miljoen euro. De omzet van Origin had volgens Philips in het tweede halfjaar vooral te leiden van uitgestelde investeringen als gevolg van de millennium-wisseling.
Het afgelopen jaar was niet alleen voor Origin succesvol; heel Philips floreerde financieel. Volgens het concern wisten alle onderdelen positief bij te dragen aan het bedrijfsresultaat. De nettowinst van Philips in 1999 kwam uit op bijna vier miljard gulden. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening steeg van 541 miljoen euro in 1998 naar 1,8 miljard euro. In 1998 behaalde Philips wel fors hogere netto-inkomsten van zes miljard euro, vanwege de verkoop van het belang in Polygram.
Philips overtreft met deze cijfers de verwachtingen van financiële analisten: zij rekenden gemiddeld op een winst per aandeel van 4,76 euro. Deze komt uit op 5,24 euro. Over 1998 was dat 1,5 euro. Philips wil zijn aandeelhouders een dividend uitkeren van 1,2 euro per aandeel. Deze zouden voor april van dit jaar bovendien gesplitst moeten worden. Iedere huidige aandeelhouder krijgt dan vier nieuwe aandelen. Voormalig Eurocommissaris Karel van Miert wordt commissaris bij Philips.
De omzet van Philips kwam afgelopen jaar uit op 31,5 miljard euro, op nominale basis 3 procent hoger dan die van 1998. Valutaschommelingen hadden een gunstige invloed van 2 procent op de omzet. Die plus werd precies tenietgedaan door veranderingen op de balans. Gemeten naar activiteiten die Philips zowel in 1998 als in 1999 verrichtte, was de omzetgroei 4 procent: 2 procent in het eerste halfjaar en 5 procent in het tweede. Met name de groei van de chipactiviteiten was fors: 15 procent.
De Philips-norm Ebitda, het inkomen uit bedrijfsactiviteiten voor afschrijving en amortisatie, kwam in 1999 uit op 3,55 miljard euro, ongeveer een miljard meer dan in het voorgaande jaar. De winstgevendheid van de Philips-activiteiten in algemene zin verbeterde aanzienlijk. Nieuwe bedrijvigheid van acquisities versterkte het bedrijf verder, aldus Philips.
Philips Semiconductors maakte een aanzienlijke afzetgroei door in de tweede helft van het jaar. De omzet groeide met 18 procent tot 3,8 miljard euro. Gecorrigeerd voor de overname van Vlsi Technology per 1 juni 1999 en wisselkoersverschillen steeg de omzet met 5 procent. Philips verkocht 14 procent meer chips, maar moest weer 9 procent omzet inleveren omdat het zijn prijzen moest laten zakken. Met name de tweede helft van het jaar verkocht Philips veel chips. De overname van Vlsi drukte het resultaat van de groep met ruim tweehonderd miljoen euro. Exclusief Vlsi en de winst op de verkoop van Complex Programmable Logic Devices daalde de marge van Semiconductors van 19,3 naar 18,9 procent. De marges (met uitzondering van die van Vlsi) verbeterden echter wel ieder kwartaal, aldus de toelichting. Volgens Philips is de integratie van Vlsi nu voltooid. Het levert naar verwachting in de tweede helft van dit jaar een bijdrage aan de winst.
De sterkste verbetering realiseerde Philips Consumer Communications. Dit bedrijfsonderdeel maakte in 1998 moeilijke tijden door na het staken van de joint-venture met Lucent, waarvoor Philips 375 miljoen euro reserveerde.