Martin Taylor heeft als algemeen directeur platformstrategieën bij Microsoft de leiding over het project dat beoogt om open broncode-technologie in te dammen en uiteindelijk uit te schakelen. Dat betekent vanzelfsprekend dat Taylor niet terugschrikt voor controverses. In een interview met CRN-hoofdredacteur (VS) Michael Vizard bespreekt Taylor de lessen die Microsoft leert van de interesse van de klant in open broncode en hoe het bedrijf uiteindelijk kan reageren met server-oplossingen die meer modulair zijn en op componenten gebaseerd. Dat moet Microsoft in staat stellen in elke markt een aantrekkelijkere oplossing te bieden.
Op het eerste gezicht kan men concluderen dat interesse van de markt in Linux een manier is om Microsoft te vertellen dat de prijs van Windows moet veranderen. Welke boodschap zie jij vanuit de markt komen?
“Ik zou naar een soortgelijke constructie kijken, maar dan met een ander antwoord. Je moet twee vragen stellen: is het zo dat Windows te duur is, of bieden we wel het juiste product voor het juiste prijsniveau? Wij positioneren de Windows-server als een multifunctionele server die een veelvoud aan dingen kan doen. Dus hebben we een McDonalds-menu nummer 5 supersize-product dat slechts 2,99 dollar kost, maar iemand wil alleen maar een Diet Coke die 99 cent kost. Moeten we dan de prijs van het hele supersize nummer 5-menu verlagen naar 98 cent of zoeken we een manier om iemand alleen die Diet Coke te geven, als dat alles is wat ze willen?”
“Vanuit dat perspectief bezien, gebeurt er een aantal interessante dingen. Bedrijven proberen munt te slaan uit Linux, zoals Red Hat wiens enterprise server en advanced server net zoveel of zelfs veel meer kosten dan Windows Server; als je wilt met ondersteuning en beveiliging en alle andere opties. Als je onze beveiliging, onze ondersteuning en het overige in een model stopt, kost het namelijk meer. Het gaat niet zozeer om Linux als monolithisch product versus Microsoft. Het gaat om Novell die met Suse één prijsniveau en één pakket functionaliteit neerzet, en Red Hat die met zijn enterprise server hetzelfde doet, en dan Windows Server. Als je begrijpt waarvoor je betaalt en wanneer, dan zie je de relatieve prijsdruk in het spel komen.”
Het klinkt alsof er flink wat zelfbeschouwing plaatsvindt bij Microsoft. Waar leidt dat toe?
“Er is een fundamentele uitdaging en ik denk dat we die op één gebied hebben opgelost. Je moet eerst de markt segmenteren in klein, middelgroot en groot. Onze Windows Small Business Server is het juiste product voor het mkb in de Verenigde Staten. Kleine bedrijfsklanten willen maar één server, misschien twee, en ze willen mogelijk een aparte firewall. Niet tien servers die elk gescheiden, verschillende taken uitvoeren.”
“Met Business Server ontwierpen we voor de eerste keer van de grond af aan een product voor de mkb-omgeving. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de grote bedrijven. Er zijn daar waarschijnlijk dertien verschillende servertaken waar wij aan moeten denken. Het probleem is: hoe bieden we taken en producten in componenten zonder dat het geheel niet meer eenvoudig te beheren is wanneer klanten taken gaan combineren, wanneer ze dus niet twee compleet verschillende producten willen? De mkb-markt zegt dan dat het misschien niet om één server gaat, maar misschien om vier, met bijvoorbeeld een applicatieachtige server en een server voor samenwerking. Dat is het grote probleem.”
Niveau van modulariteit
Daartoe heb je een soort ingebouwde, verspreide intelligentie nodig die automatisch ontdekt wie welke taken draait, waar en wanneer.
“Dat is niet zo makkelijk als gewoon een bestaande http-server in Windows opnemen en daar morgen een apart product van maken. Het is complexer dan ‘Vind je de prijs van Windows Server niet goed?’ of ‘Vind je de prijs van Windows en Office op de dekstop niet goed?’. Je ziet een interessante dynamiek optreden: waar willen mensen voor betalen, hoe willen ze betalen, hoe putten wij er waarde uit en hoe zien onze klanten waarde in wat wij proberen te bieden? Dat zijn maar een paar van de grote problemen waar wee mee werken in diverse scenario’s. Ik ben ervan overtuigd dat dit wel de goede manier is om deze kwestie aan te pakken, omdat ik denk dat onze klanten en partners hiervan profiteren. We hebben in wezen een aantal grote serverproducten, maar daar is nog niet het gewenste niveau van modulariteit en componenten. Tot op heden hebben we een ‘multifunctionele server’-benadering gehanteerd. De uitdaging is nu om een hogere modularisatie en meer componenten te bieden zonder een verhoging van de beheerkosten, de complexiteit en een toename van de beveiligingsproblemen. Tegelijkertijd moeten we onze kosten blijven verlagen en de voordelen van integratie niet kwijtraken. Dat is dus nog een flink probleem.”
Waar is Linux volgens jou nu succesvol?
“Zeker aan de rand van netwerken. Je ziet edge-diensten oprukken, zoals een firewall en andere taakspecifieke apparaten. Het is ook duidelijk dat er Unix-migraties plaatsvinden, waar voornamelijk op maat gemaakte, zelf ontwikkelde applicaties worden overgeheveld naar Linux. Je ziet echter niet een grote gemeenschap van onafhankelijke software-verkopers (isv’s) ontstaan. Er ontstaan wel enkele isv’s, maar geen grote. Een ander gebied waar we Linux zien groeien, is de markt voor zware wetenschappelijke rekenclusters die heel veel servers omvatten.”
Maak je je zorgen dat Linux meer momentum wint aan de rand van netwerken vanwege zorgen om de beveiliging van Windows?
“Beveiliging is één van die taken waar Linux momentum wint, gedeeltelijk doordat wij op dit moment geen firewall-appliance bieden. We hebben wel technologieën, maar we hebben geen dichtgetimmerde, robuuste firewall die we in die markt kunnen plaatsen.”
Hoe reageer je op mensen die zeggen dat de open broncode-aanpak en het daarbij behorende proces van peer-review onvermijdelijk betere code oplevert?
“Alleen het feit dat er meer mensen naar de code kijken garandeert niet een bepaald kwaliteitsniveau. Die mensen kunnen namelijk niet de best gekwalificeerden zijn om code te keuren. Ik maak geen neerbuigende opmerking over de open broncode-gemeenschap. Ik stel simpelweg dat meer kwantiteit niet gelijkstaat aan meer kwaliteit. Dat gesteld hebbende, is het wel zo dat we blijven kijken naar wat we van onze code openstellen en delen, en hoe we dat doen. Uiteindelijk zijn er maar veertien tot vijfentwintig mensen die daadwerkelijk code toelaten in de Linux-kernel.
Bedreiging
Is Linux op de desktop een echte bedreiging voor Microsoft?
“We zien zeker meer conversaties plaatsvinden over Linux op de desktop in de publieke sector, voornamelijk in opkomende markten (regio’s, landen – red.). Een manier om daar tegenaan te kijken is de eerdere vergelijking van Microsoft Office en Microsoft Windows in hun huidige vorm. Is dat de juiste combinatie van producten in een opkomende markt waar je weer hele andere uitdagingen hebt? Daar draaien scenario’s rond de acceptatie van technologie, de prijzen van licenties en bruikbaarheid.”
Waarom blijven oplossingenleveranciers, gezien het momentum van Linux, nog gericht op Windows?
“Wij hebben dienstverlening en ondersteuning altijd van begin af aan uit de kern van ons prijsmodel gehaald, omdat we behoorlijk sterk investeren in het kanaal. Onze toegevoegde waarde zit echt in het onderzoek en de ontwikkeling van de technologie. Als de prijzen van diensten onder druk komen te staan, hoe kun je dan een economisch model overeind houden als je over vijf, zeven of tien jaar alleen maar je toegevoegde waarde haalt uit de diensten zonder de r&d van de technologie?”
“De uitdaging én kans zit ‘m nu in het bouwen, innoveren, installeren en aanpassen van al die dingen die onze kanaalpartners doen, bovenop de r&d die Microsoft levert. Als kanaalpartner heb je twee keuzes: surf je mee op Microsofts r&d-golf of kies je voor die Red Hat Linux-golf, wetende dat er een potentieel conflict met een leverancier zit aan te komen? De waarde die kanaalpartners nu toevoegen aan integratie op laag niveau zal op termijn verdwijnen, en dus moeten ze het hogerop zoeken. IBM en Novell hebben al overnames gepleegd om te proberen een geïntegreerd platform met een bepaald niveau aan functionaliteit te bereiken. Het draait dan allemaal om het bredere ecosysteem van kanaalpartners en dienstverleners en de complexiteit van het ondersteunen van Linux.< BR>
Copyright CMP Media Inc., CRN (Verenigde Staten)
Vertaling: Jasper Bakker
Michael Vizard, CRN |