Dinsdag 8 juni doet de rechter in Den Haag uitspraak in de zaak Jamby. Het Openbaar Ministerie eist een boete van 2000 euro en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden in de rechtszaak tegen Siep Eilander, ex-directeur Ict van het ministerie van OC&W wegens valsheid in geschrifte. Zijn advocaat vraagt om ontslag van rechtsvervolging.
Siep Eilander – tegenwoordig directeur Ictu – zou de frauduleuze handelingen hebben gepleegd in 2001 in zijn toenmalige functie van directeur Ict bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen. Onder zijn leiding is een schadeloosstelling van 900.000 gulden aan het internetbedrijf Just Anarchy Made By You (Jamby) over een aantal bv’s uitgespreid. Daarbij zou gebruik zijn gemaakt van valse facturen, minuten en verplichtingenformulieren, om de Europese aanbestedingsregels te omzeilen, de interne accountantsdienst niet te alarmeren en toenmalig minister Loek Hermans van OC&W niet in een lastig parket te brengen. Ook tegen twee andere (ex-)medewerkers van het ministerie, die hierbij betrokken zijn geweest, eist Justitie voorwaardelijke celstraffen.
Aanleiding voor de uitbetaling van negen ton was het mislukken van de samenwerkingsovereenkomst met Jamby, het later gefailleerde webbedrijf van dj/investeerder Adam Curry en Unico Glorie. Hiermee was OC&W in 2000 in gesprek over de invulling van Kennisnet, het intranet van het onderwijs. Jamby, waarover Hermans erg enthousiast was, zou voor vijftien miljoen gulden aan de slag kunnen. Bij het ministerie werden constructies bedacht om het contract binnen de Europese aanbestedingsregels te laten passen. Directeur-Generaal Jan Vrolijk van OC&W, die op 1 juni 2000 de ict-portefeuille in handen kreeg, vond uiteindelijk dat geen enkele constructie stand hield en oordeelde, met extern advies van Surf, dat de ontwikkeling van Kennisnet alsnog Europees aanbesteed moest worden. In een gesprek op 15 december 2000, waarbij Jamby ervan uit ging dat het de order op zak had (er was taart meegenomen), moest Eilander het slechte nieuws aan het webbedrijf meedelen. Curry & co waren woedend en eisten schadeloosstelling. In opdracht van Vrolijk heeft Eilander dat probleem opgelost en kwamen beide partijen in voorjaar 2001 een vergoeding van negen ton overeen voor verrichte werkzaamheden en gemaakte kosten.
Onder het kleed
Tijdens de marathonbehandeling van de rechtszaak op 25 mei stelden Eilander en de twee andere ambtenaren dat zij met integere bedoelingen de zaak-Jamby hadden afgewikkeld. Volgens Eilanders raadsman Marq Wijngaarden van Bohler Franken Koppe de Feijter Advocaten is zijn cliënt een ambtenaar met een vlekkeloze staat van dienst van negentien jaar, die door iedereen die met hem te maken heeft gehad wordt aangemerkt als loyaal, betrouwbaar en integer. “Dat iemand met zo’n staat van dienst zonder een concrete aanleiding, zonder dat hij er financieel of emotioneel beter van wordt, aan het einde van zijn dienstverband willens en wetens op eigen houtje documenten opstelt om de werkelijkheid te verdoezelen en willens en wetens valsheid in geschrifte pleegt, is niet te begrijpen en niet voorstelbaar”, benadrukt hij in zijn pleitnotitie. Wijngaarden trachtte aannemelijk te maken dat Eilander gehandeld heeft in opdracht van zijn directe superieur, Jan Vrolijk. Het antedateren van facturen en minuten was onvermijdelijk onderdeel van de opdracht om de zaak-Jamby geruisloos (‘low-key’) af te handelen, stelde hij in zijn pleidooi.
Vrolijk zou over de gang van zaken regelmatig met Eilander ruggespraak hebben gehouden, bilateraal of via de telefoon. Deze DG van OC&W werd als getuige door de rechtbank gehoord, maar wees, voor zover hij het zich kon herinneren, elke betrokkenheid bij frauduleuze handelingen van de hand. “Ik heb tegen Eilander gezegd: ‘regel het en als er problemen zijn, dan hoor ik het wel’.” Hij beweert niet op de hoogte te zijn geweest over de manier waarop de ex-ict-directeur en de twee andere verdachten de zaak hebben afgehandeld. Advocaat Wijngaarden stelde dat, gezien het belang van de zaak en de werkwijze van Eilander, die altijd overleg voerde met zijn bazen, het ondenkbaar is dat Vrolijk niet op de hoogte was van de manier waarop er betaald is. De DG wees erop dat hij bij OC&W niet budgetverantwoordelijk was en zich daarom niet in detail met boekhouding bezighield. Toen Eilander op zijn verzoek in januari 2002 een memo opstelde over de precieze gang van zaken, kreeg hij pas voor het eerst een compleet beeld.
Niet boven tafel
In de ogen van Wijngaarden hebben de drie verdachten, die het ministerie na de Jamby-flop verlaten hebben, de zwarte piet toegeschoven gekregen. Hij stipte in zijn betoog een aantal merkwaardigheden aan. Zo zijn diverse relevante agenda’s en verslagen van periodieke overleggen op het ministerie niet boven tafel gekomen en zouden verklaringen van een aantal hoge ambtenaren, dat zij niet door Eilander op de hoogte zijn gesteld van de afwikkeling van de Jamby-zaak, in tegenspraak zijn met andere verklaringen en documenten die wel bewaard zijn gebleven. Verder wees hij op de onduidelijke rol van ex-minister Hermans. Volgens diverse verklaringen, waaronder van Adam Curry, gaf de minister tijdens een bezoek aan Jamby op 18 september het ja-woord aan het bedrijf. Hermans heeft dit ontkend en zei dat het ging om een voorverkenning; de Europese aanbestedingsregels moesten in acht worden genomen.
Op de zitting vertelde Eilander dat Hermans en OC&W onder grote druk stonden om de invulling van Kennisnet snel te regelen. Het jaar 2000 was immers het hoogtepunt van de internethype. Ook onder scholen moest het webevangelie worden gepredikt. Na een tip van de ‘goeroe’s’ Roel Pieper en Roel in ’t Veld kwam het ministerie begin 2000 bij Jamby terecht.
Eilander is sinds 1 juni 2001 directeur van Ictu, de ict-uitvoeringsorganisatie op het terrein van ‘ict en overheid’. Hij heeft hangende de uitspraak zijn externe taken neergelegd.< BR>
Lees ook in het Computable online-archief ‘De zaak Jamby’ (10/10/03) en ‘Cowboy in medialand’ (23/03/01).