Grotere beheersbaarheid, dus lagere beheerkosten, zonder code van bestaande toepassingen te hoeven wijzigen – dat is de belangrijkste winst van zijn jongste software, claimt Oracle. Twee proefkonijnen aan het woord, een Nederlandse en een Franse.
Niet niks doen Grid-computing betekent zoveel als computertaken (zoals transactieverwerking, modellen doorrekenen, gegevens opslaan, data koppelen en beeldverwerking) laten verrichten door die apparatuur binnen het netwerk die er op dat moment ruimte voor heeft. De infrastructuur van bureaucomputers, servers, mainframes, werkstations en opslagapparaten is aan elkaar gekoppeld binnen een rooster. Hoewel ze allemaal aan elkaar vastzitten, hebben de meeste apparaten specifieke taken. Dit betekent dat ze niets staan te doen als die taken af zijn (bijvoorbeeld alle verkoopcijfers analyseren na de maandsluiting), terwijl er binnen de onderneming nog genoeg computertaken zijn te verrichten (zoals het maken van de boekhoudmaandstaten). Er is speciale technologie nodig om de beschikbare computerkracht binnen het rooster op te sporen en aan te spreken. Oracle maakt met 10g deze technologie beschikbaar voor bedrijfstaken. Grid-computing ofwel roosterrekenen was al in zwang in wetenschappelijke kringen, waar het zware datadenkwerk over (soms geografisch) verspreid staande computers verdeeld wordt. De technologie is een samenstel van verschillende, eventueel apart van elkaar te gebruiken, onderdelen. Application Server 10g heeft een ingebouwd portaal, herbergt analysegereedschap voor de bedrijfsgegevens, integreert applicaties en zet toepassingen snel aan het werk. Behalve tal van aanvullende mogelijkheden is de applicatieserver geschikt gemaakt voor roosterrekenen. Hij kan taken binnen applicaties laten verrichten door computers die daar tijd voor hebben. Database 10g is eveneens klaar voor het rooster met mogelijkheden als asm (automatic storage management). Dankzij asm kan de database gegevens wegschrijven op de plaats waar ze de prestaties van het totale systeem verhogen. Verder kan de database ‘queries’ uitvoeren over al die gegevens die her en der in het rooster zijn verwerkt. Om de versnippering van data, applicatiegebruik en opslag binnen het net niet te laten verworden tot een nachtmerrie is geautomatiseerd beheer van dit alles een absolute voorwaarde. De 10g-versie van Enterprise Manager zorgt daarvoor. Doel van dit alles is dat computerapparatuur (relatief goedkope als bladeservers en Wintel-computers) doelmatig wordt gebruikt om de kosten van geautomatiseerde systemen terug te dringen. Oracle-ceo Larry Ellisson belooft dat deze producten nog dit jaar verkrijgbaar zullen zijn. |
De Europese schaal is kleiner en de sfeer ingetogener, maar de boodschap blijft hetzelfde: met zijn invulling van ‘grid-computing’ (roosterrekenen) brengt Oracle het gebruik van informatietechnologie een stap dichter bij volwassenheid.
Bouwstenen
Met de 10g-versie (g staat voor grid) brengt Oracle drie nieuwe bouwstenen op de markt: de database, de applicatieserver en beheergereedschappen (Enterprise Manager). Deze onderdelen vormen een onlosmakelijk span voor wie ongebreideld wil gaan roosterrekenen, maar zijn ook afzonderlijk te gebruiken.
De Fransman Christophe Guychard is enthousiast over de jongste Oracle applicatieserver-telg. Hij heeft de infrastructuur van de geautomatiseerde systemen van GET (Groupe des Ecoles de Telecommunications), het samenwerkingsverband van zeven Franse hogescholen, onder zijn hoede. GET staat voor meer dan 450 onderzoekers in zestig laboratoria, 450 professoren, 2500 technische- en management studenten, en driehonderd master-studenten. De Fransman is verbonden aan de hogeschool Ernst, die met twee campussen in Bretagne onderdeel is van GET.
Het informatiesysteem van de hogescholen bestaat vooral uit geografisch verspreide ‘backoffice’ systemen (client/server), ofwel erp-software als SAP of Sirepa van GFI, ofwel zelf in Oracle ontwikkelde applicaties. Traditioneel heeft elke school zijn eigen maaksels voor het beheer van educatieve programma’s en studenten. De boekhouding, de financiën en het personeelsbeheer zijn gecentraliseerd in Parijs.
Er is niet veel fantasie voor nodig om te bedenken dat medewerkers en studenten te maken krijgen met een ratjetoe van systemen. Evenmin is een sterke verbeeldingskracht vereist om vast te stellen dat elke instelling ervan overtuigd is dat haar oplossing de beste is. “Door de infrastructuur te consolideren en de ‘front-end’ te standaardiseren kunnen we de bestaande systemen intact laten en toch een sso-platform (single sign-on, enkele aanmelding) hebben met centraal beheer van toegangsrechten tot het netwerk en de applicaties. Hiermee hebben we de politiek van alle afzonderlijke hogescholen omzeild”, verklaart Guychard.
Evolutie
Het ritselt van de databases binnen GET; talloze plekken waar dezelfde persoon verschillend wordt beschreven. Guychards oplossing is een database met een metadirectory waarin iedereen is opgenomen met al zijn netwerk- en applicatierechten. “Zo hebben we toch een single source of truth“, spreekt hij, geheel in de geest van Ellisson.
Elke verandering in onderliggende databases gaat automatisch naar de metadirectory. Wijzigingen in deze ‘opper-database’ gingen handmatig weer terug naar de betrokken databases. Met Application Server 10g is dat niet meer nodig. Process Interconnect, onderdeel van de applicatieserver, zorgt voor de integratie. “We gebruikten eerst interconnect van 9i, maar daar moest je toch nog veel met de hand coderen om de data-integratie voor elkaar te krijgen. Met 10g hoeft dat niet meer; je hebt alleen met de metadirectory te maken.”
Guychard gebruikt de applicatieserver 10g dus voornamelijk om applicatie-integratie voor elkaar te krijgen. Hij is er nu drie maanden mee aan het werk en toont zich tevreden. “Wij hebben eigenlijk maar één beheerder en vijf ontwikkelaars voor de complete automatisering van GET”, zegt hij. “Dankzij 10g lukt het om alles naar wens in de lucht te houden.”
Hij heeft het nieuwe systeem getest en is geen problemen tegengekomen. “Het grote voordeel is dat het een evolutie is van 9i naar 10g. Je hoeft niet eerst iets geheel nieuws te leren; je kunt je eigen kennis gebruiken.”
Divers
Ook in Nederland zijn er bedrijven die al ‘spelen’ met Oracle 10g, Geodan uit Amsterdam bijvoorbeeld. Dit bedrijf doet van alles met geografische gegevens. De Italiaan Euro Beinat is ceo van Geodan Mobile Solutions. Tevens is hij ‘associate professor’ aan de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, onderdeel Beheer Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit in Amsterdam, en directeur van het Spatial Information Laboratory (Spinlab) bij de VU. Hij is opgetogen over de mogelijkheden van roosterrekenen binnen een bedrijfsmatige omgeving.
“Ik vind het vergelijkbaar met de uitvinding van internet. Grid-computing is net zo goed een grootse ontwikkeling”, vertelt hij. “We staan nog maar aan het begin, maar het heeft tenslotte ook twintig jaar geduurd voordat internet de invloed had die het nu heeft. Grid-computing maakt het eindelijk
Geodan De Nederlandse onderneming Geodan, opgericht in 1985, is gespecialiseerd in het opslaan en verwerken van geografische informatie. Denk aan een woonwijk plannen, een spoorlijn aanleggen, via de mobiele telefoon een collega zoeken en beslissen over de locatie voor een supermarkt. In deze ict-niche is Geodan in Europa uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven. De onderneming heeft consultants voor projectondersteuning bij geo-informatieprojecten. Ze ontwikkelt applicaties met standaard geografische informatiesystemen, en heeft eigen software voor meta-informatie, kadastrale gegevens, internetdiensten en locatiegebonden diensten. Ze biedt diverse internet-geodiensten, van eenvoudige locatiekaarten tot multidisciplinaire geo-informatiediensten voor samenwerkende overheden of aanbieders van telecommunicatie. Ze verhandelt geodata en verzorgt opleidingen en cursussen. |
Geodan gebruikt al jaren Oracle. Wie met geografische gegevens werkt, had vroeger steevast te maken met verschillende databases. Een voor de plaatsbepaling van bijvoorbeeld een lap grond. Dit zijn vaak kaarten; grafische, ongestructureerde bestanden die veel schijfruimte in beslag nemen. Een ander voor de naw-gegevens van de eigenaar van dat stukje Nederland. Die gegevens werden op verschillende manieren opgeslagen. De databanken in de jaren tachtig konden eenvoudigweg zulke diverse gegevens niet in zich opnemen. Dat veranderde in de jaren negentig met de komst van Oracle Spatial, een database met een extensie waardoor verschillende soorten gegevens in één database konden worden opgenomen en bevraagd. Dat is ook een belangrijk voordeel: het uit de voeten kunnen met één opvraagtaal (SQL).
Eenvoudiger
Geodan is bèta-tester van 10g; niet alleen van de nieuwe applicatieserver, maar ook van de database en het beheergereedschap. “We verwachten toch wel een besparing van 20 tot 30 procent op de ict-kosten”, vertelt Beinat. Verder komt hij met het voorbeeld van een nieuwe dienst die Geodan in het Verenigd Koninkrijk en de Benelux aanbiedt: ‘fleetmanagement’ op basis van de gsm-telefoon van de chauffeur in plaats van via de gebruikelijke satellieten. Deze dienst is speciaal bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf, dat zich veelal de dure software van bijvoorbeeld Qualcomm of Peregrine Systems niet kan veroorloven. Geodan zorgt ervoor dat abonnees via internet precies kunnen volgen waar hun wagens met hun veelal kostbare lading zich bevinden.
Meestal is dat een negen-tot-vijf bezigheid. Na vijven staat die server bijna nutteloos te wezen. “Dan kan diezelfde (blade)server worden ingezet voor andere diensten. Vermaakdiensten bijvoorbeeld; wij willen het voor telecommunicatiebedrijven mogelijk maken om dergelijke diensten aan consumenten aan te bieden. Denk aan ‘buddy
Management summary
|
Wie een geautomatiseerd systeem inricht, probeert na te gaan wat de piekbelasting is voor elk onderdeel binnen het rooster. Deze belasting is de norm voor de dimensionering van de apparatuur. “Met 10g is dat anders. Je hoeft je niet zozeer zorgen te maken over de piekbelasting van bijvoorbeeld elke server. De software zorgt er immers voor dat de werklast automatisch wordt verdeeld over meerdere servers. Er is natuurlijk wel een piekbelasting van jouw totale systeem. We proberen nu na te gaan waar die ligt. Enterprise Manager, die uit zichzelf aangeeft of er een server extra nodig is, helpt ons daarbij. We testen nu of de aanbevelingen van deze grid-manager kloppen met onze bevindingen”, zegt Beinat.
De eerste bèta-test is inmiddels afgerond, met een positief gevoel. “We weten allemaal dat het niet meevalt Oracle te implementeren. Ik moet zeggen: het is eenvoudiger geworden. De software komt met voorgedefinieerde scenario’s en maakt intelligente keuzes. Voorheen moest je veel meer parameters invoeren en configureren.”
Ook is gekeken naar de migratie van 9i naar 10g. “De resultaten van de ‘queries’ zijn dezelfde. De migratie heeft niet veel om het lijf.” Het uiteindelijke doel? “Ik denk dat we echt 20 tot 30 procent kunnen besparen”, meent Beinat.