Het inefficiënt uitwisselen van informatie tussen partijen in de sierteelt- en voedingstuinbouwketens is de bron van vele frustraties. Het Productschap Tuinbouw onderkent dit probleem en heeft daarom het project Datatuin gestart om de informatie-uitwisseling in de keten te standaardiseren. Dit project werpt de eerste vruchten af nu telersvereniging Fresq milieurapportages volgens de Datatuin-standaard aan ketendienstverlener Groeinet Informatiesystemen gaat aanleveren.
Eisen Op hoofdlijnen waren de aan de standaard te stellen eisen:
|
In hun eerste reactie zijn partijen in de sector terughoudend ten opzichte van een gezamenlijke en open informatiesystematiek. Gesloten informatie-uitwisseling tussen partijen wordt namelijk vaak gezien als een commercieel voordeel. In de huidige netwerkeconomie doet echter iedereen met iedereen zaken, ook concurrenten onder elkaar. Als iedereen volgens dezelfde methode communiceert, dan voorkomt dat veel onnodige fouten. Bovendien betekent standaardisatie niet dat iedereen zo maar kan meekijken. Het uitdragen van deze visie is een aspect dat binnen Datatuin veel aandacht krijgt, omdat het succes van de systematiek direct afhankelijk is van de acceptatie door de ketenpartijen.
Eb-XML in de tuinbouw
Voor het onderzoek naar de wijze waarop aan de standaard invulling moeten worden gegeven is eerst een pakket van eisen opgesteld. Bij de evaluatie van alternatieven komt al snel de vraag "wordt het edi of XML?" naar voren. De installed base aan edi-toepassingen is in de sierteeltsector vrij groot, terwijl ook transportorganisaties die diensten verlenen aan de sector en supermarktketens, vaak werken met edi-berichtenverkeer. XML is echter laagdrempeliger, een voordeel gelet op het grote aantal partijen in het midden- en kleinbedrijf waarvoor edi een (te) grote investering betekent. Zij vormen echter een belangrijke doelgroep voor het project.
Uiteindelijk is de keuze gevallen op eb-XML (electronic business XML), overigens zonder de bestaande initiatieven op het gebied van edi binnen de sector teniet te willen doen, maar juist omdat eb-XML voortborduurt en aansluit op de binnen deze initiatieven opgedane kennis en ervaring. eb-XML is een berichtenstandaard gebaseerd op XML. Het initiatief voor eb-XML is genomen door UN/Cefact – de VN-organisatie die tevens verantwoordelijk is voor edi/edifact – en Oasis – een wereldwijd consortium van ict-bedrijven zoals IBM, SUN, Oracle en Microsoft. eb-XML is een omvattende en brancheoverstijgende raamwerkstandaard voor elektronische uitwisseling van bedrijfsgegevens en -berichten. ‘Raamwerk’ betekent dat eb-XML de definitie van feitelijke berichtenstandaarden overlaat aan brancheorganisaties en bedrijven. Qua draagvlak is eb-XML veelbelovend. Het bundelt de kennis en ervaring van de branche- en gebruikersorganisaties die binnen edifact actief zijn en de it-industrie. Datatuin profiteert zo rechtstreeks van de ervaringen met edi in de sierteelt.
Pragmatische aanpak
De keuze voor eb-XML is ook een keuze voor een standaard die nog niet is uitontwikkeld. Dat brengt risico’s met zich mee, zodat is gekozen voor een pragmatische aanpak. De pragmatische aanpak blijkt uit het feit dat voor pilotprojecten is gekozen waarvan het onderliggende bedrijfsproces al is uitgekristalliseerd. Een belangrijk voordeel is de snelheid waarmee nieuwe berichten kunnen worden ontwikkeld. In de uiteindelijke situatie behelst dat ontwikkelen niet veel meer dan het samenstellen van een bericht uit een aantal standaardcomponenten. Binnen eb-XML is al een groot aantal standaardcomponenten, ‘core components’, gedefinieerd. Datatuin voegt slechts branchespecifieke componenten toe. Dit leidt uiteindelijk tot een bibliotheek aan componenten waaruit geput kan worden.
Uniforme milieurapportage
Als eerste proefproject is gekozen voor umr-registratie. Umr staat voor uniforme milieuregistratie en richt zich op de registratie van energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen door telers. Telersvereniging Fresq rapporteert hierover aan Groeinet Informatiesystemen, die als dienstverlenende organisatie namens de telers de informatie verzamelt en doorlevert aan gemeenten, waterschappen en dergelijke. Groeinet heeft tot nu toe van slechts één partij de gegevens elektronisch ontvangen in de vorm van ascii-bestanden. Dit is echter geen basis om van meer partijen de informatie elektronisch aangeleverd te krijgen. Groeinet heeft grote een betrokkenheid bij de ict-ontwikkelingen in de sector en loopt voorop als het gaat om nieuwe technieken. De organisatie wilde graag actief meewerken aan het project om al in een vroeg stadium kennis op te doen met eb-XML. Het bestaande umr-bericht is voor Datatuin in een nieuwe jas gestoken. De partners in Datatuin verwachten veel van de schaalvoordelen die zullen optreden als meer informatiestromen binnen de sector op basis van de Datatuin-standaard (eb-XML) zullen plaatsvinden. In potentie zijn de voordelen van het gebruik van standaardcomponenten, het snel kunnen samenstellen van nieuwe berichten en het gebruiken van één soort interface voor alle informatie-uitwisseling, enorm.
Datatuin en e-bob
De overheid zit met haar e-bob-initiatief (elektronische berichtenuitwisseling overheid/bedrijfsleven) op de lijn van eb-XML, net als Datatuin. Beide standaarden zullen zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd door de projectorganisaties. De verwachting is dat het doorleveren van de umr-registraties aan gemeenten en waterschappen in de toekomst op eb-XML wordt gebaseerd. Ook telersvereniging Fresq heeft direct enthousiast gereageerd op de vraag om te participeren in de pilot. De systemen van Fresq communiceren onderling al volledig op basis van XML. De stap naar eb-XML is dan ook niet zo groot.
Eerste ervaringen
Nu de eerste communicatie volgens de Datatuin-standaard daadwerkelijk plaatsvindt, is het tijd voor een evaluatie van de eerste ervaringen. Die zijn niet alleen maar positief. Niet altijd zijn informatiesystemen in de tuinbouw opgezet vanuit de visie dat de elektronische informatie-uitwisseling direct een integraal onderdeel moet kunnen zijn van het systeem. Vroege ontwerpbeslissingen kunnen hierdoor de latere implementatie van datacommunicatie bemoeilijken. Overigens geldt dit voor iedere gekozen standaard en niet alleen voor eb-XML. Wel is gebleken dat eb-XML nog niet altijd voldoende ondersteund wordt door softwareleveranciers, waardoor toch meer maatwerk nodig is, dan verwacht. Zo blijkt, dat Groeinet meer aanpassingen in de software voor berichtafhandeling moet doen dan verwacht. Ook is het kennisniveau van in- en externe projectbetrokkenen nog onvoldoende. Het kost daarom meer tijd om de ‘eb’-specifieke stukken in het bericht te doorgronden en door te voeren. Er is dus sprake van een leercurve. Dit probleem zal in de toekomst verdwijnen of kleiner worden.
Ook blijkt dat het vroegere denken in één op één koppelingen nog belemmerend werkt: in plaats van het in bilateraal overleg afstemmen van een koppeling, moet nu stringent voldaan worden aan de standaard. Dit betekent, dat alle partijen zich moeten houden aan de specificaties. De ruimte voor individuele, veelal creatieve ideeën, is dan minder.
Toch beoordelen alle betrokken partijen het eindresultaat als positief. Naast een werkende koppeling heeft het proces voor alle partijen leereffecten opgeleverd. De uiteindelijk benodigde inzet aan de kant van Groeinet is wel aanzienlijk groter geworden dan voorzien, als gevolg van de introductie van de nieuwe technieken. De voordelen zullen echter blijken als er meer op basis van de Datatuin-standaard wordt gecommuniceerd binnen de keten. In eerste instantie heeft het project echter kostenverhogend gewerkt.
Nieuwe uitdagingen
Er komt een aantal uitdagingen op de sierteelt- en de voedingstuinbouwketens af die hoge eisen stellen aan de informatie-uitwisseling tussen ketenpartijen. Denk hierbij vooral aan wetgeving op het gebied van voedselveiligheid en ’tracking & tracing’. Zonder goede standaarden voor informatie-uitwisseling wordt het niet eenvoudig aan deze eisen te voldoen. Datatuin kan hier goede diensten bewijzen. Toch is ook de Datatuin-standaard geen tovermiddel. Binnen de sector moet bijvoorbeeld nog het nodige gedaan worden aan coderingen. eb-XML biedt alle faciliteiten om te kunnen werken met verschillend gecodeerde gegevenselementen maar uiteindelijk gaat het erom dat de gekoppelde systemen elkaar begrijpen. Dat kan alleen als hierover sectorbreed afspraken worden gemaakt. Datatuin is de eerste en ook noodzakelijke stap, maar zeker niet de laatste. Nu de eerste berichten getest zijn en blijken te werken, concentreert het project Datatuin zich op de verdere ontwikkeling van berichten en het verspreiden van de standaard. Het project voorziet ook in de oprichting van een organisatie die zich gaat richten op verdere ontwikkeling en implementatie van eb-XML. Ook het creëren van draagvlak en het verbinden van initiatieven behoort tot het werkterrein van Datatuin.< BR>
Fred Haak, Agritect Advies, Frans-Peter Dechering en Harri�t Goossens, Groeinet Informatiesystemen