Vacaturesites maken nog geen winst, maar barsten van de potentie. Wie de juiste mensen aan zich weet te binden, is spekkoper.
Het kost niks. Meer dan een schaars, een krant en een homepage zijn er niet voor nodig. Bovendien is de tijd rijp: Nederland is massaal bezig zijn oude pc’s te vervangen door snellere machines met modem. Tel daarbij op dat de arbeidsmarkt in decennia niet zo krap is geweest en je vraagt je verbijsterd af waarom vacaturesites op Internet geen winst maken.
Van de vijf grootste commerciële banensites in Nederland, Intermediair Online, JobNews, BanenNet, The Monster Board en JobbingMall, beweert alleen JobNews uit de aanloopverliezen te zijn. Controleerbaar is dat echter niet, omdat de resultaten van de site niet apart worden vermeld in het jaarverslag van het moederconcern, Wolters Kluwer.
Waarom zijn vacaturesites niet of nauwelijks rendabel?
Wie directeur wil worden van zijn eigen banensite, koopt een zaterdagkrant en tikt de personeelsadvertenties over op zijn homepage. Niet letterlijk, want dat is in strijd met de auteurswet. Samenvatten mag wel. Het levert geen geld op, maar het is een aardig begin. Zo zijn KPN en Start ook begonnen. Hun website, JobbingMall, telt vijftienhonderd vacatures, waarvan er twaalfhonderd uit kranten zijn gevist.
Denk nu niet dat je de bezoekers van je homepage voor die service kunt laten betalen. Internet heeft het imago openbaar en dus gratis te zijn. Dat wil niet zeggen dat gebruikers van banensites helemaal nooit bereid zijn om in de buidel te tasten. Onderzoek van Intermediair Online heeft uitgewezen dat een op de drie best iets overheeft voor een passend vacature-aanbod dat via e-mail wordt toegezonden. Als dat aanbod bovendien resulteert in een baan, is de bereidheid om te betalen nog groter. Een enquête door bureau Pro Active leert dat tweederde van de gebruikers wel voelt voor een no cure, no pay contract. De meeste sites laten deze mogelijkheid echter ongemoeid wegens de administratieve rompslomp.
Een uitzondering is BanenNet van VNU, dat twintig gulden vraagt voor een kwartaalabonnement. BanenNet kan het zich veroorloven niet gratis te zijn, omdat ze met achttienduizend – uit kranten overgenomen – vacatures veruit de grootste site is in Nederland.
Langere zendtijd
Richt je pijlen liever op de adverteerders. Er zijn verschillende argumenten waarmee je bedrijven over de streep kunt trekken. Benadruk dat Internet niet meer alleen door techneuten en studenten wordt geraadpleegd (maar verzwijg dat andere beroepsgroepen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn).
Noem vervolgens het financiële voordeel: een advertentie op Internet is aanmerkelijk goedkoper dan in de krant. Vergelijk een pagina in Intermediair van negentienduizend gulden met een advertentie van nog geen duizend gulden op Intermediair Online.
Als bonus kun je wijzen op de langere ‘zendtijd’ van Internet: terwijl een conventionele personeelsadvertentie na een dag samen met de krant waarin hij gedrukt staat in de prullenbak verdwijnt, bieden de banensites contracten voor een maand of langer. (Vertel er niet bij, dat dit vooral jezelf tot voordeel strekt. Het lijkt daardoor net alsof je heel veel nieuwe vacatures hebt, terwijl een deel verouderd is. De adverteerder daarentegen wordt weken nadat de vacature is vervuld nog onder brieven bedolven.)
Laat je niet uit het veld slaan door de bombast van Intermediair Online en JobNews, met hun duizenden ‘betaalde’ personeelsadvertenties. Daar valt wel wat op af te dingen. Voor de meeste advertenties op Online zijn geen rekeningen verstuurd. Intermediair plaatst personeelsadvertenties uit het weekblad gratis door naar Online. Pas sinds begin dit jaar staat de site ook open voor adverteerders die niet via het weekblad binnenkomen en gewoon moeten betalen.
De advertenties op JobNews worden deels betaald door het moederconcern, Wolters Kluwer. Eenderde van de personeelsadvertenties op de site is afkomstig uit vakbladen van dit concern. De bladen staan hiervoor een deel van hun advertentie-inkomsten af aan JobNews – een vestzak-broekzak-operatie waar Wolters Kluwer als geheel geen cent mee opschiet. De zo verkregen winst is net zo virtueel als het product waarmee ze verdiend wordt.
Niet goedkoop
Bovendien: Intermediair Online en JobNews zijn niet goedkoop. Nieuwkomers op de markt kunnen daar moed uit putten. Een personeelsadvertentie op de site van Intermediair kost 975 gulden, JobNews is zelfs een tientje duurder. Die prijzen zijn louter gebaseerd op het grote bereik van beide sites en niet op de actuele kosten.
Je kon dus wachten op initiatiefnemers die onder die prijzen zouden duiken. Begin dit jaar gooide The Monster Board uit de VS een steen in de vijver met een op Nederland gerichte site. Hoewel voorlopig met zeshonderd Nederlandse vacatures kleiner dan Intermediair Online en JobNews, is ze de enige met de potentie om de marktleiders naar de kroon te steken. Om te beginnen door haar prijs: 250 gulden voor zes weken adverteren.
Managing director Martijn van den Heuvel is ervan overtuigd dat nu ook de anderen hun prijzen zullen verlagen. ‘Welke keus hebben ze?’ Als voorbeeld wijst hij naar de VS, de thuisbasis van The Monster Board. Volgens Forrester, een gerenommeerd onderzoeksbureau op het gebied van nieuwe media, staan de Amerikaanse banensites aan de vooravond van een prijzenoorlog.
Maar Nederland is Amerika niet. In de VS is de concurrentie groter. Tot voor kort bestond er in de VS geen landelijke banenmarkt, omdat er geen landelijke kranten zijn waarin kan worden geadverteerd. Sinds Internet die barrière heeft weggenomen, hebben hoofdzakelijk communicatiebureaus zich op dit gat in de markt gestort.
In Nederland zijn de twee grootste sites in handen van uitgevers, waarvan er één, VNU, al vóór Internet het grootste deel van de personeelsadvertentiemarkt in hand had. Die voorsprong, plus hun kennis op redactioneel gebied, hebben ze gebruikt om uitgebreide carrièresites op te tuigen, compleet met informatie over de arbeidsmarkt, loopbaanontwikkeling en aanverwante zaken. Door dit ‘Umfeld’ trekken ze meer publiek dan andere sites. En een groot bereik rechtvaardigt een hoge prijs, vinden ze. Als demonstratie van zelfvertrouwen heeft JobNews haar advertentietarieven begin dit jaar bijna verdubbeld.
Onbetwist nummer één
In de VS is The Monster Board onbetwist nummer een. Een ware categorykiller, aldus Forrester: groot (vijftigduizend vacatures), compleet (met aanvullende gegevens over bedrijven en de arbeidsmarkt) en makkelijk toegankelijk (door allianties met grote providers). Het soort vacaturesite dat alle andere overbodig maakt. Of toch niet?
De overlevingskans van een site is evenredig aan het aantal bezoekers. Het aantal bezoekers is echter niet afhankelijk van het aantal vacatures, stelt Forrester, maar van het aantal bruikbare vacatures. Een IT’er die een baan zoekt heeft net zoveel, of misschien zelfs méér kans op succes bij een kleine site met alleen automatiseringsfuncties als bij een omvangrijke databank als The Monster Board. Wie The Monster Board niet kan bijbenen, adviseert Forrester, zoeke zijn toevlucht tot een niche in de markt.
Een kleine gespecialiseerde doelgroep stelt je in staat een netwerk op te bouwen met mensen die niet direct op zoek zijn naar een baan, maar wel bereid zijn op een goed aanbod te reageren. Deze ‘latente werkzoekenden’ zijn het zout in de pap van de vacaturesite. Bedrijven vechten erom. Ervaren mensen zijn meestal mensen met een baan; goede krachten zijn meestal krachten met een goede baan. Die zoeken niet zelf, die wórden gezocht.
Een goede site werkt naar twee kanten: ze biedt vacatures én personeel. Ze vraagt bezoekers een cv achter te laten, dat ze vervolgens tegen betaling doorstuurt aan geïnteresseerde bedrijven. Handel in cv’s heeft de toekomst, voorspelt Forrester.
Gouden eieren
Wat is er dan mis met Intermediair Online en JobNews? Beiden verzamelen gegevens over hun bezoekers: bij JobNews kun je een cv achterlaten, bij Intermediair Online een zoekprofiel (dat eveneens iets verraadt over de sollicitant). En beiden richten zich op niches in de arbeidsmarkt – Intermediair is er voor hoogopgeleiden en JobNews experimenteert met aparte sites voor bedrijven en beroepsgroepen. Toch is geen van beiden de ‘kip met de gouden eieren’.
P&O’ers zijn conservatief, klagen de managers van de sites. Personeelsfunctionarissen zouden lijden aan knoppenvrees, waardoor de acceptatie van Internet in Nederland veel langzamer gaat dan in de VS, waar inmiddels een op de vijf bedrijven zijn vacatures op Internet etaleert.
Knoppenvrees? Workpages (http://wwwserv.caiw.nl/~rietzwag/vacbank.html) geeft een aardig overzicht van wie er banen aanbiedt op het net. Opvallend is het grote aantal bedrijven en headhunters met een vacaturesite: zij hebben de grote banensites blijkbaar niet nodig.
John Hufkens, directeur-eigenaar van het gelijknamige werving- en selectiebureau in Maastricht, heeft zijn eigen vacaturepagina op het web. Hij is niet te spreken over de grote verzamelsites. ‘Het is haast ondoenlijk om in hun cv’s te snuffelen. Zoek maar eens een verkoopmanager in de automatisering. Moet ik dan onder managers zoeken, onder salespersoneel of onder automatiseringsdeskundigen? Je weet niet onder welk kopje iemand zijn cv heeft opgeslagen.’
Hufkens ontvangt sollicitaties liefst per fax of met de post. ‘Een cv-formulier op Internet dwingt de sollicitant in categorieën. Om iemand goed te leren kennen, moet je hem juist de ruimte geven.’
Minstens twaalf werving- en selectiebureaus bieden hun vacatures aan op Internet. Verbluffend is de eenvoud waarmee ze in de virtuele vijver vissen. Hufkens: ‘Met een mooie site kan ik geen prijs winnen. Die gaat naar KPN en Intermediair. Maar ik kan wel links maken. Ik heb er nu zo’n honderd op andere sites. Als iemand iets zoekt in Limburg moet hij het wel heel bont maken wil hij niet binnen een kwartier op mijn site zijn.’
Sommige bureaus zien hun site als experiment, zoals Young Executive Recruitment. Er zijn nog geen vacatures dankzij Internet vervuld, zegt directeur Jaap Kooijman. ‘Maar door de site krijgen we nu wel ineens reacties uit het buitenland, van mensen die op het punt staan terug te keren naar Nederland. Een plezierig effect waar we nooit bij stil hebben gestaan.’
Andere werving- en selectiebureaus gaan een stapje verder. Een aantal van hen laat zijn vacaturesite door JobNews maken. Zo houden ze meer tijd over voor de selectie – het deel van hun activiteiten dat het meeste geld oplevert.
Selecteren is profijtelijker dan werven. Dat weet JobNews ook. Toch is ze niet van plan zelf te gaan selecteren of de samenwerking met de selectiebureaus uit te breiden. ‘Onze professie is werven’, zegt directeur Arjen van ’t Hof. In werkelijkheid heeft de site weinig keus. Zodra ze zich serieus op personeelsselectie zou storten, komt ze in het vaarwater van de andere werving- en selectiebureaus en kan ze de advertenties van die bureaus verder gedag zeggen.
Met hagel schieten
Grootste concurrent van de banensites zijn de homepages van de diverse bedrijven. Elke onderneming met een eigen site kan daarop ook zijn vacatures zetten. Arbeidsmarktcommunicatiebureau ACA in Amsterdam adviseert ondernemingen ook op banensites te werven, maar waarschuwt tegelijk voor de beperkingen. Accountmanager Kees Jan van Henten: ‘Een advertentie op Internet moet in één oogopslag te overzien zijn. Zodra mensen moeten scrollen, zappen ze door. Er is alleen ruimte voor de functie-inhoud, niet voor informatie over het bedrijf. Terwijl dat laatste in campagnes juist steeds belangrijker wordt.’
Voor bedrijfsinformatie is de eigen homepage de aangewezen plek. DSM heeft honderd startposities voor academici en veertig voor hbo’ers op haar eigen site gezet. ‘Studenten bereik je niet via de platforms’, legt corporate recruiter Arjen de Leeuw den Bouter uit. ‘Die zoeken geen concrete vacatures, maar bedrijven waar ze hun open sollicitaties naar toe kunnen sturen.’
Voor ervaren specialisten adverteert DSM wél op de banensites. Zij het mondjesmaat. ‘We worden door alle sites benaderd, maar we kijken eerst de kat uit de boom. Ik wil zeker weten dat ze de specialisten bereiken die wij nodig hebben. Een specialist zet zijn cv niet in een vacaturebank, daar geloof ik niks van.’
Bovendien: hoe gemotiveerd zijn de sollicitanten die wél hun cv achterlaten op Internet? ‘Werkzoekenden stellen hun cv’s zo algemeen mogelijk op om meer reacties te krijgen’, zegt De Leeuw den Bouter. ‘Zulke kandidaten schieten in feite met hagel en daar zit ik niet op te wachten. Ik wil mensen die bewust voor DSM kiezen.’
Een banensite die het lukt om specialisten aan zich te binden, is pas echt interessant, aldus de recruiter van het chemieconcern. ‘Dan wil ik voor een advertentie op Internet ook best negentienduizend gulden betalen.’
Internet-adressen van de vijf grootste banensites:
The Monster Board | http://www.monsterboard.nl |
Intermediair Online | http://www.intermediair.nl |
JobbingMall | http://www.jobbingmall.nl |
BanenNet | http://www.banennet.nl |
JobNews | http://www.jobnews.nl |