Het lijkt wel een kruising tussen een martelkamer en een metaalwerkplaats. Gevaarlijk ogende machines trillen computerkasten heen en weer, tillen ze op en laten ze vallen. In het Hardware Test Center (HTC) van technologiebedrijf HP Workstations in Fort Collins, Colorado, wordt niets aan het toeval overgelaten. De apparatuur wordt getest, getest en nog eens getest. Dat gebeurt onder extreme omstandigheden.
Met een harde knal ploft een computer zeventig centimeter lager op de metalen ondergrond. Ogenschijnlijk heeft het apparaat de klap goed doorstaan. De kast toont geen deuken en ook de verschillende hardwarecomponenten erin zouden het nog moeten doen. 'Dat is geen harde garantie, maar door deze test kijken we hoe alles zo schokbestendig mogelijk kan worden gebouwd', legt Jim Schinnerer uit. Hij is beheerder van het HTC en voert daar allerlei tests uit. Zoals even verderop. Daar staat een computer op een trilplaat. Het apparaat trilt en trilt, maar geeft volgens Schinnerer geen krimp. Ook een forse stoot in de zijkant deert de kast niets.
In een andere hoek staat nog meer marteltuig. Zoals de klimaatkamers. Die kunnen fungeren als oven, sauna of koelkast. 'Alle hardware testen we bij verschillende kamertemperaturen en luchtvochtigheid, zij het binnen bepaalde grenzen natuurlijk, legt de beheerder uit. 'De apparatuur moet het zowel in de ijzige kou, in de verzengende hitte als bij hoge luchtvochtigheid blijven doen. Onze klanten zitten immers overal ter wereld.'
Testwalhalla
Achter een deur ligt een ander testwalhalla: het HP Workstation Research & Development Center. Dat ziet er uit als een groot magazijn. Een lange gang kruist ongeveer vijftien smalle werkruimten. Elke ruimte heeft aan weerszijden stoelen, bureaus en hoge stellingkasten. Overal liggen kabels, moederborden, beeldschermen en een veelheid aan werktuig. Hier en daar zijn mensen in shorts en t-shirts aan het werk. In de ene werkruimte worden nieuwe configuraties en ontwerpen van moederborden getest.
Ernaast onderzoeken medewerkers of nieuwe hardware en softwaredrivers van derde partijen voldoen aan de eisen die HP stelt om te worden gebruikt op de workstations. Net als elders in het Research & Development Center, is een deel van hun werkzaamheden afgeschermd. Hier wordt immers gewerkt met nieuwe producten die de concurrent graag zou willen bekijken. Snel door naar het volgende gangpad. Daar beoordelen onderzoekers de energieconsumptie van de nieuwe moederborden, softwareconfiguraties en hardwarecomponenten. Een precies karweitje waarin de heren niet willen worden gestoord.
Kloppend hart
Langzaam wordt het duidelijk dat het centrum het kloppend hart van het laboratoriumcomplex van HP Workstations is. Of het nu gaat om nieuwe Linux-versies, beeldschermen, grafische kaarten, de BIOS van de apparaten, de stralingsgevoeligheid of het geluidsniveau: alles wordt er getest. Er is zelfs een volledig geïsoleerde ruimte waarin wordt onderzocht hoeveel straling Workstations genereren en hoe dat kan worden beperkt.
Terug naar het Hardware Test Center waar de rondleiding begon. Daar zwaait een medewerker met een geel apparaat met een beeldschermpje en twee metalen uiteinden gevaarlijk in de rondte. Dan loopt de man naar een computerkast, wijst er met de metalen puntjes naar en drukt op een knop. Met een flinke knetter schiet een vonk over naar de computer. Hij kijkt op en kan een gemeen lachje nauwelijks onderdrukken. '15.000 volt', gniffelt hij. Als een echte beul in zijn martelkamer.
Workstations
Workstations zijn geen gewone computers. Het zijn hoogwaardige apparaten die zijn bedoeld voor het uitvoeren van complexe processen waarvoor veel rekenkracht nodig is. Denk daarbij aan computergestuurde ontwerp- en ontwikkelprogramma's (CAD/CAM), zware medische imagingtoepassingen en computeranimaties. Workstations worden vooral gebruikt bij defensie, in de medische sector en in de tv- en filmindustrie. Met beide 43 procent aandeel, domineren HP en Dell de markt van workstations. Ook Lenovo, Apple en enkele andere partijen zijn actief in deze markt.
Dit artikel is nauwelijks meer dan reklame.
Goh, dat verhaal lijkt wel verdacht veel op hoe ze met hun personeel omgaan