Chipontwerper Rambus heeft een fikse zege geboekt in de juridische strijd die is aangespannen door de Amerikaanse beurswaakhond FTC. De rechter heeft de antit-trustaanklacht van de Federale Handelscommissie afgewezen.
Rambus was in beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling van zijn praktijken. De chipontwerper zou volgens dat – nu verworpen – oordeel schuldig zijn aan bewust en moedwillig concurrentieondermijnend gedrag. De FTC stelde in zijn aanklacht, die in juni 2002 is ingediend, dat Rambus zijn geheugenpatenten stiekem had gewijzigd om technologie te omvatten die door de standaardisatieorganisatie Jedec (Joint Electron Devices Engineering Council) werd gebruikt voor sdram.
Rechter Stephen McGuire acht dit nu echter niet bewezen. Hij uitte in oktober vorig jaar al twijfels over het bewijs dat de FTC heeft ingediend over Rambus’ verzwijgen van diens patenten en -patentaanvragen. De chipontwerper zou daarmee de Jedec en diens leden om de tuin hebben geleid.
Royalty’s
De Amerikaanse geheugenontwerper ziet zijn patentenclaims standhouden en is dan ook verheugd. “Deze afwijzing van de FTC-zaak is een fundamentele, belangrijke stap voor Rambus”, verklaart hoofdjurist John Danforth van het bedrijf. “Wij streven ernaar eerlijk gecompenseerd te worden voor het gebruik van ons intellectuele eigendom.” Hij verwijst daarmee naar de royaltyvergoedingen die Rambus eist van producenten van geheugenchips, zowel voor diens eigen rdram-ontwerpen als voor sdram en opvolger ddr sdram.
Vorige week liepen Rambus’ patentenclaims echter averij op in Europa. Het Europese Patent Office trekt namelijk één van de patenten van het bedrijf in. Het betreft een in november 2000 toegekend patent op geheugentechnologie. Rambus stelt dat dit geen belangrijk patent is en dat het dus geen grote tegenslag is.< BR>