HP ontkent dat het schrappen van Itanium-werkstations zijn servers raakt. De computerleverancier weerspreekt de notie dat dit een voorbode zou zijn van het terugdringen of zelfs schrappen van de Itanium-processoren voor zijn servers.
|
HP laat de eigen zware risc-processor PA-Risc op termijn namelijk vallen ten gunste van Intels 64-bit Itanium-processorlijn. De huidige PA-8800 generatie is de voorlaatste telg in die processorlijn. Hetzelfde lot is de servers met 64-bit Alpha-chips en mips-processoren beschoren. De Alpha-verkoop stopt in 2006 en de ondersteuning in 2011. De leverancier heeft nog niet bepaald wanneer het de ondersteuning van de PA-Risc staakt.
HP’s werkstations zijn voor de toekomst dus aangewezen op Intels Pentium 4-, diens Xeon- en de nieuwe semi-64-bit Xeon-processoren met de Nocona-chipkern. De Nocona-Xeons zijn voorzien van 64-bit extensies van de 32-bit instructieset en is daarmee compatibel met AMD’s uitbreidingen in diens Athlon 64- en Opteron-processoren.
Processorleveringen
HP is momenteel de grootste leverancier van Itanium-computers, op afstand gevolgd door SGI en IBM. Intel verwacht dit jaar in totaal honderdduizend Itanium 2-processoren te leveren. Algemeen directeur Kirk Skaugen van de Aziatische tak zegt dat de Itanium 2-leveringen komend jaar de PA-Risc voorbijstreven, in 2006 de Power-processoren van IBM en in 2007 de Sparc-chips van Sun Microsystems. De chipproducent baseert deze prognose op cijfers van onderzoeksbureau IDC, dat zijn Itanium-voorspellingen sinds 1997 geregeld naar beneden heeft moeten bijstellen.
Ondertussen heeft AMD in het tweede kwartaal dit jaar 100.000 Opterons geleverd en komt het in het derde kwartaal naar schatting uit op 200.000 van die zware processoren. In totaal verwacht de chipproducent in het derde kwartaal 600.000 en in het vierde kwartaal 1,5 miljoen tot 2 miljoen van zijn semi-64-bit processoren te leveren. Dat omvat echter ook de consumentenchips Athlon 64 en Mobile Athlon 64< BR>