Nederland-ICT wil een portaal oprichten voor ict-starters. Zo’n digitale hulppost beantwoordt aan een behoefte onder jonge entrepreneurs en is tevens een instrument om innovatie in Nederland te ondersteunen. "Dat is hard nodig", stelt algemeen directeur Sylvia Roelofs, "maar dan wel via een geïntegreerde aanpak: steun voor techneuten én dienstverleners".
Sylvia Roelofs is sinds juni 2001 algemeen directeur van de koepelorganisatie Nederland-ICT. Het is een federatie van de brancheverenigingen Fenit, ICT Telecom, Vifkantec, de stichting ICT Milieu en de Werkgeversvereniging ICT. Het beeld dat deze brancheorganisaties de belangen van de gevestigde orde dienen, behoeft bijstelling, vindt Roelofs. Sterker nog, zij beweert dat Fenit een voortrekkersrol heeft gespeeld in het stimuleren van starters. "In 1996 begon Fenit reeds met de starterszone Start-it. Bestuurslid Michiel Westerman, de latere directeur Twinning, ijverde ervoor innovatie meer ruimte te geven binnen de vereniging. De leden stonden er eerst huiverig tegenover – vroegen zich af wat het zou opleveren – maar trokken later bij. Zij zagen in dat ze er profijt konden trekken van vernieuwende activiteiten van jonge ondernemers.
Wat hield Start-it in?
Fenit heeft tussen 1996 en 1998 een netwerkorganisatie ingericht, waaraan zo’n tachtig starters meededen. Er zat een ‘mentorship’-gedachte achter, naar Engels model met de drie m’s: ‘management, marketing & money’. Zij konden profiteren van de dienstverlening aan de ‘gewone’ leden, bijvoorbeeld juridisch advies, belastinghulp of kwaliteitssysteemtrajecten, en deelnemen aan bijeenkomsten.
Ons doel was deze starterszone te professionaliseren: één portaal waar starters alle noodzakelijke hulp zouden vinden en toegang konden krijgen tot nuttige instanties als universiteiten, belastingdienst, investeerders en kamers van koophandel.
Lukte dit?
Vooralsnog niet. Voor het portaal-idee zijn we bij het ministerie van Economische Zaken langs geweest om financiële steun los te krijgen. Ons verzoek werd afgewezen. Op dat moment was EZ nog vol van Twinning, dat een grootsere aanpak kende dan Start-it, en over een investeringsbudget beschikte. Bovendien, en dat geldt vandaag de dag nog steeds, associeert EZ innovatie hoofdzakelijk met technologie. In onze visie zijn innovatieve dienstverlenende concepten net zo essentieel voor de kenniseconomie. De ict-sector in Nederland is immers geen maak-industrie, maar sterk in het verkopen van diensten.
Bleef de starterszone wel bestaan?
Ja, in een versimpelde opzet. Op dit moment telt Nederland-ICT 49 startende ict-ondernemers die tegen gereduceerd tarief een junior lidmaatschap hebben. Voorwaarde is wel dat de kwaliteit van hun dienstverlening is gewaarborgd. De sector loopt gezichtsverlies op als firma’s er een puinhoop van maken.
Hoewel het aantal starters na 2000 terugloopt, willen we voeling houden met innovatieve plannen. We ondernemen daarom een nieuwe poging een startersportaal van de grond te tillen. Er komt een website – ICT Society: een virtuele branchevereniging – en een dagelijks spreekuur. Ook kunnen ze profiteren van kortingen die wij via mantelovereenkomsten met externe partijen sluiten, zoals een marketingbureau of een uitvoerder van personeelsadministraties.
Is het nodig? Er bestaan toch andere initiatieven die broedplaatsen koesteren en waar starters kunnen netwerken. Denk aan het Silicon Polder Fund, BV-it, Gorilla Park, Tornado Insider, Zernike Groep of de Rotterdamse Kamer van Koophandel.
Dat is waar, daarmee willen we zoveel mogelijk samenwerken. Maar een centrale plek waar starters kennis en ervaringen kunnen delen, ontbreekt nog. Daarbij is extra steun gewenst, vooral omdat banken en durfkapitalisten zich terughoudend opstellen nu de internethype voorbij is. We stappen opnieuw naar EZ met het verzoek of het ministerie wil participeren. Mogelijk kunnen we ook gebruikmaken van subsidieregelingen voor bijvoorbeeld technologische samenwerking.
En als EZ weer niet thuis geeft?
Dat zou betreurenswaardig zijn, zeker in het licht van de huidige discussie over de kenniseconomie. Het zou toch vreemd zijn als het nieuwe kabinet de constatering negeert van instituten als VNO/NCW, de SER en de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid, dat Nederland een kennisachterstand oploopt. Nederland-ICT roept al tijden dat een geïntegreerde aanpak van het innovatiebeleid de juiste weg is, met steun voor zowel de producten- als de dienstenkant. Natuurlijk zijn startende firma’s die nieuwe technologie introduceren van belang voor de Nederlandse ict-industrie. Vergeet echter niet dat Nederland al eeuwen voorop loopt in het aanbieden van diensten rond producten die in andere landen zijn ontwikkeld.
Wat verwacht u van het nieuwe kabinet?
Met de politieke aandacht voor ict lijkt het goed te komen, nu D66 meedoet. Ik ben wel bevreesd voor de aangekondigde zware bezuinigingen. Ik hoop dat de regeringspartijen inzien dat innovatie niet alleen geld kost, maar ook geld kan besparen.
De ambtelijke organisatie, die wil wel, als het gaat om het invoeren van vernieuwende ict-toepassingen. Het is de politieke wil die ontbreekt, ook onder Kamerleden. Dan vragen ze in gesprekken aan mij hoe ‘goed innovatiebeleid’ er eigenlijk uitziet. In de vraag ligt het antwoord besloten, denk ik dan.
Vindt u het jammer dat er geen aparte minister voor kenniseconomie komt?
Nee, inmiddels blijkt namelijk dat in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet onze wens wordt ingewilligd: er komt een innovatieplatform onder leiding van de minister-president. Ik vind het geweldig nieuws omdat nu voor het eerst in een regeerakkoord een heldere, duidelijke keus is gemaakt voor innovatie en ict. Ik ben zo onbescheiden te menen dat Nederland-ICT daar haar steentje aan heeft bijgedragen. Dit is een duidelijk resultaat van de lobby-inspanningen van de ict-sector.
In Engeland en Finland zijn flinke vorderingen behaald met zo’n strategische innovatieraad, bijvoorbeeld op het gebied van de digitale overheid. Kijk, Balkenende loopt niet over van enthousiasme voor ict, maar een premier hoeft er geen verstand van te hebben om te constateren dat de sector van belang is voor de kenniseconomie en het concurrerend vermogen. Het geeft toch een ander aanzien dan wanneer innovatie en ict binnen een coördinerend departement worden ondergebracht.
Toch valt het me op dat het EPN-Platform voor de Informatiesamenleving de laatste tijd geregeld de trom roert als het gaat om het uitblijven van adequaat overheidsbeleid op ict-gebied. Is dat niet een taak van Nederland-ICT?
Daar zeg ik volmondig ‘ja’ op. Maar ik vind het prima dat EPN debatten wil starten. Het is vervolgens onze taak om zoiets op te pikken en ermee verder te gaan. Nederland-ICT moet de ict-sector uiteindelijk smoel geven. Daar is de EPN niet voor uitgerust. Er is overigens regelmatig contact met EPN, net als met Vecai, Nlip en VNO/NCW.
Bent u tevreden over de rol van Nederland-ICT als koepelorganisatie? Het blijft toch verwarrend, al die verschillende brancheverenigingen voor segmenten van de ict-markt. Wordt het niet tijd dat al die clubs worden opgedoekt en alles onder één noemer komt te hangen?
Misschien in de toekomst. Voor de profilering naar de buitenwacht zou dat beter zijn. Daartegenover staat dat leden zich liever identificeren onder hun eigen label. Dat kan in onze verenigingsstructuur. Daarin staan wij niet alleen: dit fenomeen zie je ook in andere branches terug.
Wat staat de ict-sector te komende jaren te wachten?
Ik denk dat we de ergste narigheid achter de rug hebben. De sector is het nulpunt voorbij. De opdrachten trekken langzaam weer aan. Ondanks het overschot aan mensen staan er 3500 gekwalificeerde vacatures open. Het definitief herstel is in zicht.
Daarnaast zal de invloed vanuit de Europese Unie met betrekking tot richtlijnen en regelgeving sterk toenemen. Er bestaat een Europese ict-brancheverening: Eicta. Wij beperken onze rol daarin door ons voornamelijk te richten op onderwerpen met een nationaal belang. Er wordt bijvoorbeeld gepraat over een nieuwe aanbestedingsrichtlijn, omdat er op dat vlak veel misgaat. Het is echter ondoenlijk om alle ict-dossiers op de voet te volgen. Grote ict-bedrijven hebben niet voor niets lobbyisten in Brussel rondlopen.< BR>