“Shell, Philips, de banken – ze staan bijna dagelijks in dag- en weekbladen om ons kond te doen van de zoveelste verhuizing naar een lagelonenland, een 3l”, schrijft Johan Stap.
Urenverkopers Het afgelopen decennium hebben de Nederlandse it-bedrijven zich ontwikkeld van innovatieve dienstverleners naar eenzijdige urenverkopers. Alle inspanningen stonden in het teken van een zo groot mogelijke utilisering, tarief en marge. Het is niet vreemd dat veel it’ers deze manier van denken van hun directeur hebben overgenomen en de betrokkenheid bij hun werk hebben verloren. In datzelfde streven naar utilisering hebben de Nederlandse it-bedrijven hun medewerkers jarenlang gestimuleerd om zich als generalist te ontwikkelen. Immers, dan kon die medewerker makkelijk op elke behoefte van de markt inspelen en hoefde hij niet snel ‘op de bank’ te zitten. Medewerkers werden bovendien relatief kort bij dezelfde klant ingezet en vervangen door een collega met een hoger tarief. Dat was makkelijker aan de klant te verkopen dan verhoging van het tarief van dezelfde medewerker. De suggestie dat de Nederlandse it’er zich uit de markt heeft geprijsd door te kiezen voor een ontwikkeling als generalist, is dan ook ronduit hypocriet – hij is door zijn baas in die richting gestimuleerd. Datzelfde geldt voor de constatering dat de Nederlandse it’er korte inzetten prefereert. De baas, die het nu doet voorkomen dat hij met pijn in het hart zijn Nederlandse generalist verruilt voor een Indiase specialist, plengt krokodillentranen. Lex Schouten |
Zo niet in ‘Arbeidsmoraal Nederlandse it’er te laag’ (Computable, 11 mei 2004). Jo Glezer van de centrale ondernemingsraad van Shell trapt met de onderbouwing van het vertrek van banen nog even na naar de mensen die bij Shell ontslagen gaan worden. Cees Derksen van Logica CMG Offshore laat vergelijkbare geluiden horen. Nederlandse it’ers werken niet hard genoeg, hebben de verkeerde mentaliteit en willen de verkeerde functies op een verkeerd moment. Hiermee laten ze zien dat hun eigen mentaliteit past bij een 3l.
De kenmerken van 3l’s zijn genoegzaam bekend: lokale, lage uurtarieven, wereldwijd gezien; overwerk is onbekend, ofwel wordt niet betaald; mondigheid – daar is de deur; bonden zijn er niet, of zijn monddood; rechten bij ziekte of ongeval bestaan niet; pensioen – dat zijn je kinderen; de baas is de baas, inspraak en eigen initiatief zijn nihil.
Dit is de situatie in – het Nederland van begin twintigste eeuw. Als dit is wat de heren willen, maar natuurlijk niet voor henzelf, veel succes in India, of Indonesië, China of Maleisië. Over tien tot twintig jaar verhuizen ze natuurlijk weer naar een ‘beter’ land. Even denken: dat wordt dan waarschijnlijk Afrikaans: Oeganda, Kongo, Libië …< BR>
Johan Stap, it-consultant Oosterblokker