Concurrentiedruk en compatibiliteit zijn de twee belangrijkste factoren voor middelgrote bedrijven om een erp-pakket (enterprise resource planning) aan te schaffen. Dat blijkt uit het afstudeeronderzoek van Liane Elbertsen, studente aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, in samenwerking met databaseleverancier Profuse.
Elbertsen onderzocht vijfhonderd middelgrote bedrijven in de machine-, elektro- en metaalindustrie op het gebruikt van erp-software. Hoewel deze bedrijven groot genoeg zijn om voordeel te halen uit de aanschaf van een erp-pakket, moet een groot deel de stap naar erp-adoptie nog maken. Redenen daarvoor zijn onder meer dat kleinere ondernemingen minder complexe organisatiestructuren hebben dan grote, waardoor ze minder behoefte hebben aan it-oplossingen voor informatieverwerking. Daarnaast is sprake van gebrek aan technologische kennis en vaardigheden. Ook het niet op de hoogte zijn van de mogelijkheden van een it-innovatie, de wijze van implementatie en de gevolgen voor de interne organisatie spelen hierbij mee. Tot slot concludeert Elbertsen dat bepaalde innovatie simpelweg nog niet beschikbaar is voor bepaalde ondernemingen. Bij erp geldt dit vooral voor de beschikbaarheid van functionaliteit voor specifieke branches.
Doorslaggevend
Van de negen motieven voor erp-adoptie bleken er twee significant: concurrentiedruk en compatibiliteit. Bedrijven in de elektro-, machine- en metaalindustrie hebben te maken met een internationaler opererende markt, wat meer concurrentie tot gevolg heeft. Deze verhoogde concurrentiedruk kan de druk op de adoptie van it-innovatie verhogen doordat het bedrijf zijn positie wil handhaven of verbeteren, aldus Elbertsen.
Bij compatibiliteit is gekeken naar de mening van bedrijven over de aansluiting van een erp-pakket op hun bedrijfsprocessen en bestaande it-infrastructuur. Daaruit wordt geconcludeerd dat ondernemingen het aanpassen van bedrijfsprocessen als een groot nadeel zien wat zelfs bepalend kan zijn voor het al dan niet aanschaffen van een erp-pakket. Hoewel erp-software tegenwoordig makkelijk met aanwezige besturingssystemen kan samenwerken, levert de compatibiliteit met hardware nog al eens problemen op.
Volgens het onderzoek hadden de overige zeven motieven niet direct invloed op de aanschaf van een erp-pakket door een middelgrote onderneming. Het relatieve voordeel, de complexiteit, financiële kosten, bekwaamheid op it-gebied, druk van handelspartners, sociaal netwerk en de marketingactiviteiten van erp-leveranciers werden niet van doorslaggevend belang geacht. Opvallend is wel dat SAP de grootste naamsbekendheid heeft bij middelgrote bedrijven in de metaal-, elektro- en machine-industrie. Slechts 18 procent van de niet-erp-gebruikers kon geen leveranciersnaam noemen. De klanten uit de Profuse-database (gebruikt voor het onderzoek) noemden het vaakst Baan als leverancier. Wel is dit bedrijf de grootste Baan-partner in Nederland.
Afstemmen
Volgens onderzoeksbureau Butler Group verkeert de bovenkant van de erp-markt in een vacuüm sinds het vijandige bod van Oracle op Peoplesoft. De middenmarkt neemt nieuwe vormen aan. Dat kan volgens Butler nog enige tijd aanhouden. Niet zo lang geleden was er een brede keus aan erp-applicaties. Nu is dat minder, hoewel er nog steeds veel meer keus is in de middenmarkt dan aan de bovenkant, aldus Teresa Jones in de Butler-nieuwsbrief.
Jones ziet SSA Global, moederbedrijf van Baan, op dit moment als leider van de middenmarkt. Dat bedrijf heeft onlangs een aantal acquisities gedaan waarmee het niet alleen een lijn erp-producten in handen heeft, maar ook een aantal belangrijke applicaties die zich op specifieke branches richten.
Leveranciers moeten dus hun erp-pakketten afstemmen op de specifieke behoeften van bedrijven. Niet alleen grote bedrijven hebben baat bij erp, ook middelgrote bedrijven kunnen er voordeel uit halen. Zij moeten echter op een andere manier benaderd worden. Dat is ook de conclusie van Butler. Leveranciers moeten zich richten op de activiteiten waar ze sterk in zijn. Daarbij is gedegen kennis van de sector waarin zij zich bewegen onontbeerlijk.< BR>