De capaciteit van de infrastructuur van reserveringswebsite Booking.com is de afgelopen jaren vertienvoudigd. Dat levert niet alleen hoofdbrekens op over onder andere stroomverbruik, maar vraagt ook veel van de applicaties en onderliggende architectuur. Die is bij Booking.com zoveel mogelijk gebaseerd op open source-software.
Datacenters
Vanwege de groei in de aantallen bezoekers, hotels en reserveringen en het verder uitbouwen van de aangeboden functionaliteit heeft Booking.com de afgelopen jaren de capaciteit van de infrastructuur al met een factor tien moeten vergroten. "In de toekomst zullen we onze systemen over meerdere datacenters moeten verspreiden," aldus Lindner. "Voor je het weet heb je een hele grote suite."
"Op dit moment draait alles in één datacenter in Londen. We zijn nu in Amsterdam een fallback aan het inrichten. De meeste datacenters hebben problemen met hun koeling, sommige met hun stroomleverancier. Als we een nieuwe suite inrichten, moeten we zorgen voor meerdere netwerkleveranciers, en voor verbindingen naar onze kantoren en naar de fallback-locatie. Behalve met het datacenter en de carriers, praten we dus soms ook nog met een verhuurder. Dat maakt het een lastige klus."
Daarnaast heeft Booking.com er na de laatste overname een datacenter bijgekregen. Priceline.com heeft namelijk nog een dochter in Thailand. "We zijn een Europees bedrijf," zegt Lindner, "maar we willen meer." Uitbreiding naar aanpalende activiteiten zoals het boeken van vluchten is daarbij niet aan de orde. "We doen nu waar we goed in zijn, en daaraan hebben we onze handen meer dan vol. Zolang we in de hotelboekingen nog kunnen groeien, blijven we dat doen. De huidige focus zullen we voorlopig houden."