Scott McNealy van Sun Microsystems blijft concurrent Microsoft betichten van anti-concurrentie gedrag. Maar volgens McNealy zit het probleem met Microsoft niet zit in de Internet-browser, maar in het feit dat het bedrijf op grote schaal aanbieders van toegang tot het Internet overneemt.
Volgens McNealy redeneert men bij Microsoft vanuit de gedachte dat wat met R&D (onderzoek en ontwikkeling) niet lukt, dan maar via M&A (mergers & aquisitions, fusies en overnames) moet gebeuren. Toch is volgens hem het einde van die trend in zicht: "Als we ze nog vijf jaar kunnen tegenhouden, dan heeft het Internet de macht definitief overgenomen." En dan staat Sun er goed voor, aldus zijn ceo, want vijftien van de twintig grootste Internet-aanbieders draaien op hard- en software van het bedrijf uit Palo Alto.
Een belangrijke rol in dat proces is volgens McNealy weggelegd voor het besturingssysteem Linux. "Dat vreet steeds meer van de omzetbasis van Windows NT weg. En geen wonder: het is gratis, de broncodes zijn vrij beschikbaar en er werken dagelijks veel meer mensen aan de ontwikkeling van Linux dan er in de staat Washington wonen." Een karakteristieke steek onder water van McNealy: het hoofdkantoor van Microsoft staat immers in Redmond, Washington.
Gratis software
Met het kort geleden overgenomen Star Office wil Sun een vergelijkbare situatie creëren op de markt van Office-pakketten. Daar haalt Microsoft volgens McNealy 60 procent van zijn winst vandaan. "Star Office is geen 500 MB groot, maar slechts 65 MB, het is georiënteerd op het web en op Internetportalen, het kan prima overweg met de bestandsformaten van Microsoft. En het is gratis."
En dat is de trend, aldus McNealy: gratis software, gratis berichtendiensten, gratis Internet-agenda’s. Binnen de kantoormuren valt volgens hem eenzelfde trend te ontwaren. "Ik gebruik zelf al een tijd lang hot desk, mijn eigen bureaublad met mijn eigen programma’s en voorkeursinstellingen. Niet op een vaste PC, maar op de server. Ik kan erbij via elk Sun Ray 1-werkstation hier in het gebouw. Ik hoef alleen maar mijn kaartje in de gleuf te steken om elders verder te werken. Dat is wat ik een thin client noem: wie gaat er dan nog 3100 dollar per werkplek uitgeven om naar Windows 2000 te migreren? De tijd van paard-en-wagen is echt voorbij."
Drie groepen
In een tijdperk dat alles online is te doen via een Java-browser, hebben drie groepen grote ondernemingen de toekomst, aldus McNealy: de aanbieders van breedbandtoegang tot het net (kabelmaatschappijen en telecombedrijven), de aanbieders van informatie (Time Warner, Bertelsmann, Disney) en fabrikanten van apparatuur (Cisco, Sun, IBM). "In elk van die groepen blijven alleen de groten over. Er zijn binnenkort geen kleine uitgeverijen of telecombedrijven meer. Iedereen is op zoek naar schaalvoordelen middels fusies en overnames."
McNealy ziet er bij het geïmproviseerde gesprek tijdens een bedrijfsbezoek aan het hoofdkwartier van Sun Microsystems in Palo Alto ontspannen uit. Terwijl zijn onderdirecteuren strak in het pak zitten, loopt hij rond in de outfit waarin hij zich bij voorkeur laat fotograferen: rood poloshirt, spijkerbroek en witte sneakers met een grote lip waarop het logo van zijn bedrijf staat afgedrukt. Duidelijk zichtbaar over de spijkerbroek heen, dat wel. Even gemakkelijk als zijn kleding oogt, rollen de sound-bites hem uit de mond – iets dat hem beroemd en berucht heeft gemaakt. Sprekend over de schaalvergroting bij de fabrikanten van apparatuur geeft hij een typerende kat aan het adres van Hewlett-Packard: "HP heeft met zijn Unix-aanbod een omzetstijging van 4 procent gerealiseerd. Dat noem ik: aan snelheid winnen, maar aan hoogte verliezen."